NIEUWSBRIEF Nr. 13
januari 2016
website: maurikonderzoek.weebly.com
bankrekening: NL04 INGB 0000 168340
t.n.v. Drs. J.G. Morel van Mourik, Den Haag
Van de redactie
Aan het begin van het jaar krijgt u van ons een nieuwsbrief, nu al voor het 13e jaar, nadat wij gestopt zijn met De Maurikkroniek, maar niet met ons onderzoek! Het is ons gebleken dat u dit contact waardeert. Spijtig is dat inmiddels zoveel donateurs zijn afgehaakt of overleden. Anderzijds zijn er oude donateurs ons trouw gebleven, ook naamgenoten van het begin af, 1967, of daaromtrent. Als ik nu hun naam (en vaak nog het oude adres) op de Nieuwsbrief schrijf, herinner ik me de tijd dat ik dit 4x per jaar voor De Maurikkroniek deed en dan krijg ik een warm familiegevoel.
Uw donaties zijn weer hartelijk welkom op bovenvermelde girorekening. U kunt ervan op aan, dat wij de penningen met zorg beheren, zoals ook blijkt uit de verantwoording van de penningmeester.
Ons werk in het afgelopen jaar
Wij zijn geabonneerd op de overlijdens van naamgenoten van het Centraal Bureau voor Genealogie. Daarbij staan ook andere genealogische gegevens Van 2013 (men loopt dus achter) hebben wij 58 vermeldingen gekregen. Op één na hebben wij ze kunnen inpassen, een teken dat wij met onze vele vergaarde gegevens goed zijn geïnformeerd.
Door het opschonen van ons materiaal is het Onbekendenbestand voor 1812 opgelopen tot ongeveer 1800 personen. De graad van inpassen wordt steeds hoger.
Het vastleggen van de stammen in de computer vordert gestaag; binnen afzienbare tijd zullen deze werkzaamheden voltooid zijn. Het werk is natuurlijk nooit af. Veel wordt nog ontsloten en dus is nog veel te vinden. Geregeld leest men berichten over de beperkte houdbaarheid van de data. Dit aspect moeten we nog doordenken.
Een leuke vondst was het verbinden van twee stammen. In de tijd van De Maurikkroniek kwam dat min of meer geregeld voor – toen deden wij geregeld ontdekkingen, wat ons veel vreugde bereidde. Toch hadden wij toen al ten aanzien van twee stammen het idee dat ze verwant waren. Dat bleek pas in 2015 het geval te zijn. Onder een afzonderlijk kopje doen wij daarvan verslag.
In 1990 verscheen de publicatie Van Mauderick 1270-1694. Het is ons gebleken dat samenstellers van veel kwartierstaten door het raadplegen van deze uitgave zo hun voorvader Saffatin van Mauderic uit de 13e eeuw hebben gevonden (en niet naar goed gebruik hun bron hebben vermeld!). Inmiddels zijn er, ook met hulp van anderen, veel meer gegevens bijgekomen, tijd dus voor een tweede en vermeerderde herdruk. Die is inmiddels in een kleine oplage als mooi verzorgd boekje met meer dan 20 illustraties verschenen. Enkele exemplaren zijn nog te koop. Op de website staan meer gegevens.
Hoe twee stammen één werden
Het gaat om de stammen Gorinchem-B en Molenaarsgraaf. In beide gevallen betrof dat geen echte geen echte Maurikstam, maar een familie die via het patroniem Mauritsz tot Maurik was gekomen. Beide stammen hadden hun oorsprong in de Alblasserwaard en zo waren er nog een aantal gemeenschappelijke kenmerken, maar wij konden er maar niet achter komen wat de verbinding was. Een mede-genealooog hielp ons op weg en zo kunnen wij melden dat de stammen Molenaarsgraaf en Gorinchem-B in feite takken zijn van de stam Goudriaan. Of, om het anders te zeggen: uit vroege gegevens, 16e eeuw, uit Goudriaan, een dorp van ongeveer 37 huizen en minder dan 200 inwoners, is gebleken dat er na een aantal generaties twee afsplitingen plaats vonden: in Gorinchem en in Molenaarsgraaf/Streefkerk. Van de stamvader, Maurits Jans, schepen en heemraad van Goudriaan, hebben wij een eerste vermelding in 1587. In 1709 werd voor het eerst de naam Maurik gebruikt. Op de website staan in verkorte vorm de oudste generaties vermeld, tot het punt dat er een splitsing komt in de twee takken.
Genetische genealogie - trektocht der mensheid
Een paar keer hebben wij uw aandacht gevraagd voor genetische genealogie. Dat was in de Nieuwsbrieven 6 (2009) en 8 (2011). Tijd om u verder te informeren; er gebeurt veel!
Door overal ter wereld DNA te analyseren van min of meer geïsoleerde stammen en bevolkingsgroepen is ontdekt waar bepaalde bloedlijnen het meest voorkomen en dus vermoedelijk zijn ontstaan. In combinatie met de resultaten van het onderzoek van oude skeletresten en kennis van andere wetenschappen weten we nu dat de moderne mens (Homo Sapiens) is ontstaan in Afrika, vermoedelijk in de buurt van het huidige Ethiopië, 190.000 jaar geleden. Dat betekent dat wij ongeveer tot de 7.700ste generatie moderne mens behoren. De vroege moderne mensen zwierven in kleine groepjes 130.000 jaar of langer, zo’n 3.200 generaties, als jagers-verzamelaars door Afrika, voordat een klimaatverandering het mogelijk of wenselijk maakte, vanuit het huidige Jemen naar het toen groene Arabische schiereiland over te steken. De voorouders van de Neanderthalers waren hen trouwens al voorgegaan.
Wij kunnen rustig stellen dat de wereld geleidelijk vanuit het Arabische schiereiland is bevolkt. Achtereenvolgens kwam men in Azië, Australië, Amerika en Europa aan. De kolonisatie moet zich over tientallen duizenden jaren hebben uitgestrekt, afhankelijk van de klimatologische omstandigheden. Met wangslijmvlies van nu levenden kan worden nagegaan, via welke route uit Afrika de reis naar Nederland is gelopen en welke “tussenstops” de voorouders hebben aangedaan. Een interessante vorm van familie-onderzoek!
Door rampen en catastrofes zijn in de loop van de tijd veel groepen en dus veel bloedlijnen uitgestorven. In september 1991 werd in de Tiroler Alpen een ijsmummie uit de Nieuwe Steentijd (Kopertijd) aangetroffen, Ötzi, de ijsman, 45 jaar oud, gestorven zo’n 3.300 v Chr, honderden jaren ouder dan de piramide van Cheops. Het was mogelijk, zijn bloedlijn te bepalen – deze komt in zijn woongbied niet meer voor, alleen nog voor in Sardinië en Corsica. Inmiddels is bekend dat het aantal uitgestorven bloedlijnen zo groot is dat – voor zover bekend - alle huidige mensen afstammen van slechts één vrouw en één man. Voordat we aan Adam en Eva gaan denken is het goed te bedenken, dat van de mannen meer bloedlijnen uitgestorven zijn dan van de vrouwen, want de oudste man met nu nog levende mannelijke nakomelingen leefde 60.000-140.000 jaar geleden, terwijl de oudste vrouw met nu mog levende mannelijke nakomelingen 175.000 - 200.000 jaar geleden leefde. Dat verschil is te verklaren uit de oorlogsvoering, waarbij de ene stam de andere overwon, de mannen doodde en de vrouwen verkrachtte. Vrouwen in een bepaald gebied kunnen dus oudere wortels hebben dan mannen.(Bron: o.a. Nieuwsbrief van de Nederlandsche Genealogische Vereniging 2014, nr. 67)
Bij het bovenstaande sluit mooi aan wat in de laatste Nieuwbrief van de NGV, van mei 2015, staat, overgenomen uit De Volkskrant van 20 mei 2015, maar gebaseerd op een Engels artikel (www.nature.com). Het gaat daarin niet over de wereldbevolking, maar dichter bij, over onszelf en de omringende volken.
De Westeuropese bevolking stamt af van drie mannen en bij de Friezen stamt de helft af van slechts één man. Zij leefden in de Bronstijd, een tijd met grote technische en culturele sprongen. Dat was zo’n 2.500 tot 2.200 jaar voor Chr. toen er al landbouw was en het oude Egypte bloeide. Er blijken veel meer oermoeders te zijn geweest, wat er op wijst dat een binnenvallende stam de mannen van de oerstam hebben verdreven (zeg maar geliquideerd…) en zich met de vrouwen van deze stam hebben voortgeplant, dus niet ongelijk aan b.v. roofdieren.
Persoonlijk
Als rechtgeaard genealogisch onderzoeker zoek ik niet alleen naar naamgenoten, maar ben ik ook op zoek geweest naar de wortels van mijn Hongaarse echtgenote. Zij blijkt van vaderszijde Hongaars te zijn en van moederszijde van duitstalige bewoners van groot-Hongarije afkomstig te zijn. De meesten woonden in de Banaat, een gebied dat nu tot Roemenië en Servië behoort, maar dat, evenals Slowakije en Kroatië, voor 1920 een onderdeel was van het Hongaarse koninkrijk.
Voor de etnisch-Hongaarse voorouders ben ik tot 1722 gekomen, voor Hongaarse begrippen is dat ver. Een onderzoek naar de duitstalige voorouders was een lijdensweg: genealogie is in Roemenië en Servië onbekend, al is er sinds kort een Servische Genealogische Vereniging, waar ik lid van ben geworden. Daardoor ben ik tot omstreeks 1890 gekomen (voor Nederlandse begrippen een lachertje), meest adressen, die niet reageerden, hoewel ik €15 had ingesloten. Kortgeleden ben ik op het spoor gekomen van een Duitse Vereniging in Kikinda (een plaats in Servie). Ondanks dat in de Tweede-Wereldoorlog veel Duitstalige dorpen door de partizanen van Tito uitgemoord zijn, leven daar nog Duitsers, die het verleden levend willen houden. Tot mijn verrassing kreeg ik van deze vereniging veel medewerking en zo kon ik verder komen dan ik gedacht heb. In Roemenië ging het wat beter, hoewel aanvankelijk stroef. Een brief in het Engels werd in het Roemeens beantwoord, een taal die ik evenals u die dit leest, niet beheers; maar met enige moeite ben ik er achter gekomen dat ik voor een fotokopie van een huwelijksakte uit 1897 €19,62 moest betalen. Voor een Slowaakse doopinschrijving uit 1871 rekende een genealogisch bureau €30. Achteraf, vele ervaringen rijker, had ik die inschrijving zelf op internet kunnen vinden…
Met de vrouwelijke kant van de kwartierstaat van mijn vrouw kom ik dus niet ver, wat schril afsteekt tegen de stambomen die mijn genealogische compagnon en ik hebben opgesteld en waarvoor wij in verhouding tot het bovenstaande een gering bedrag vragen. Gering ook in die zin, dat een willekeurige genealogisch onderzoeker, zoals wij ook zijn,(zie genealogie.startkabel.nl, dan genealogen Gelderland en Stamboomonderzoek in Gelderland) bij een opdracht tot onderzoek naar de familie zo’n €40 per uur vraagt, wat weinig is, als we bovengenoemde buitenlandse bedragen in aanmerking nemen. Overigens is de tendens dat we ook in Nederland bij archieven voor genealogische gegevens zullen moeten gaan betalen. WHMvM