§ 4 – samenhangende patroniemen (Cornelis Jansen c.s. en Jacob Thuenis en zijn nageslacht)
Pas op: er is een tijdgenoot Cornelis Jans Udo, zie paragraaf 1!
I CORNELIS JANSEN, getuige in 1638 bij Egbert Jans, samen met Emmeken Jans (die ook getuige was in 1655), getuige in 1640 bij Wilhem Guerts de Leeuw, in 1642 bij Jan Thomas, in 1646 bij Peter Dircks samen met Dirxken Jans, in 1655 bij Claes Everts, in 1660 bij Gerrit Henricks samen met
Janneken van Hattem, leefde nog 1664, otr. 2e: Maurik 1.10.1637 als wednr van Grietken Peters met Thuentken Dirks, j.d. van Maurik.
Uit het 1e huwelijk:
1. Jan Cornelis, volgt IIa.
2. Metthijen, ged. Maurik 5.2.1637.
Uit het 2e huwelijk:
3. Jeriphaes, ged. Maurik 11.11.1638, get. Dirck van Aelts en Grietken Thuenis.
4. Zweer, ged. Maurik 19.1.1640, volgt IIb. Get. Dirck Mertens van der Eem en Alerken Jans (vrouw van Claes Everts, van de stam “Aalst”?).
5. Cuinken, ged. Maurik 13.3.1642, get. Jan Adriaens (= I nr 2 van “Buren/Zoelmond”) en Wilhemken Dircks. Zij leefde nog 1681.
6. Jakob, ged. Maurik 28.1.1644, get. Sara van Thyvaert (overl. voor 1649), tr. 1e: Jacob Gerrits, otr. 2e: 21.1.1644 Dirk Mertens van der Eem, wednr. Wilhemken Oliviers.
7. Olivier, ged. Maurik 21.6.1646, get. Janneken Andries (tr. 14.1.1644 Frans Dirks van der Eem), volgt IIc.
8. Alert, ged. Maurik 5.10.1651, get. Jan Alders en Alderken Jans.
9. Cuinken, ged. Maurik 16.9.1655, get. Janneken Frans. Leefde 1681.
10. Jacob, ged. Maurik 19.4.1657, get. Stijntje Jans (is dit Sytken Jans, die tr. 1641?).
IIa JAN CORNELIS, j.m. van Maurik, in 1667 getuige bij Dirck de Kemp samen met Grietgen Cornelis en Wilhemken Gerrits. Otr. Maurik 1.7.1660 Neeltgen Claas, j.d. van Avesaet. Is hij de Jan Cornelis Rademaker, genoemd dec.1650? (RANB 203, nr 336, fol.55v).
Hieruit:
1. Claes, ged. Maurik 9.6.1661, get. Willemken Peters.
2. Wilhemken, ged. Maurik 16.11.1662, get. Thuentgen Dircks (=van Hattem?). Zij tr. Maurik 1.5.1698 Dirk Petersen.
3. Tuentgen, ged. Maurik 22.5.1664, get. als boven.
4. Thuentgen, ged. Maurik 30.12.1666, get. Cuyntgen Jans.
5. Dirck, ged. Maurik 27.9.1668, get. Cornelia Dircks.
6. Peter, ged. Maurik 27.2.1670, get. Cornelisken Cornelis.
7. Geertgen, ged. Maurik 9.8.1672, get. Elske Dircks.
8. Cornelia, ged. Maurik 14.12.1673, get. Geertruy Joostens.
9. Dirck, ged. Maurik 18.8.1678, get. Cuyntie Cornelis.
( Er zijn een generatie later nog drie personen met de naam Jan Cornelis:
A. Jan Cornelis, j.m. van Erichem, tr. Maurik 1.1.1696 Willemijn Verburg, wed. van Hartog Jansen.
Hieruit:
1. Cornelis, ged. Maurik 4.7.1697.
2. Jansje, ged. Maurik 9.7.1699, get. Heiltje Willems.
B. Jan Cornelis van Coten, otr. Maurik 25.4.1698 Jannigje Sweeren van der Eem.
Hieruit:
Jannigje, ged. Maurik 4.6.1699, get. Judith Sweeren.
C. Jan Cornelissen, j.m. van Maurik, otr. ald. 13.3.1701 Geertje Jans van Agterberg, j.d. van Erichem, won. Maurik.)
IIb ZWEER (Assuerus) CORNELIS, ged. Maurik 19.1.1640, otr. ald. 31.3.1662 Janneken Jacobs Crauwelaers, j.d. van Haarlem.
Hieruit:
1. Jacomijntjen, ged. Maurik 24.9.1671, get. Hester Jacobs. Zij tr. ald. 14.11.1697 Rutger Claessen, j.m. geb. uit de Greb. Uit haar onecht: Maria, ged. Maurik 2.8.1694, get. Jannigje Schoutetus.
2. Cornelis, ged. Maurik 10.5.1674, get. Henriksken Roelofs.
3. Cornelis, ged. Maurik 18.8.1675, get. Willemske Cornelis.
4. Samuel, ged. Maurik 7.7.1678, get. Marten Polman en Maria Schoutetus.
IIc FIER (Olivier) CORNELISSEN, ged. Maurik 21.6.1646, otr. 1e: ald. 2.5.1669 Geertruy Joosten, ged. ald. 23.5.1645, d. van Joost Hermans; otr. 2e: ald. als wednr 4.8.1678 Peterken Kruyt, j.d. van Amerongen.
Uit het 1e huwelijk:
1. Jan, ged. Maurik 20.2.1670.
2. Wilhemken, ged. Maurik 26.3.1671, get. Maritgen Dircks
3. Claerken, ged. Maurik 8.3.1674, }get. Cuyntie Cornelis
4. Trijntie, ged. Maurik 8.3.1674 en Dineken Joosten
5. Cornelis, ged. Maurik 29.12.1677, get. Kuyntie Cornelis. Kinderen van hem zijn: 1706 Agnietje (get. Dirkje Phieren), 1707 Willem (get. Beatrix Hermansen), 1710 Phier (get. Dirkje Phieren)
Uit het 2e huwelijk:
6. Hermen, ged. Maurik 6.4.1679, get. Dirkje van Hattem (die in 1688 getuige was bij Phier van Hattem). Kinderen van hem zijn: 1706 Willem (get. Dirkje Phieren), 1708 Phier, 1711 Cornelis (get. Dirkje Phieren), 1715 Anneken (get. Hermijntje Barentsen).
7. Dirckie, ged. Maurik 18.9.1681, get. Cuyntje Cornelis (ook getuige in 1678 bij Johan Cornelis).
Hiaat in het doopboek, waarin waarschijnlijk geboren:
Sweer Phieren, tr. Maurik 3.6.1708 Maria Uijtenberg, j.d. van Eck. Hieruit: 1709 Geertruy (tr. 1738 Huybert Laurensen),1711 Phier, 1713 Pieternel.
8. Jan, ged. Maurik 13.11.1687, get. Jacomijntje Sweeren.
9. Dirkje, ged. Maurik 30.9.1688, get. idem. Zij was getuige in 1706 en 1708 bij Herman en in 1706, 1707 en 1710 bij Cornelis.
(nagegaan tot 1688)
Theunis/Jacobs/Everts
I JACOB THUENIS, in 1643, 1645 en 1658 getuige bij Hubert Gillis, in 1649, 1653 en 1655 bij Thuenis Jacobs, bij dezelfde in 1659 met zijn vrouw, in 1654 bij Dirck Jacobs, bij dezelfde in 1659 met zijn vrouw, in 1656 met zijn vrouw bij Jan Gerrits, in 1658 bij Henrick Jacobs. Tr. 13.8.1654 als wednr. van Janneken Everts met Maria Cornelisdr van Wamel, wed. van Wilhem Rutgers, van Tiel.
Hieruit (volgorde onbekend):
1. Dirck Jacobs, volgt IIa.
2. Henrick Jacobs,volgt IIb.
3. Thuenis Jacobs, volgt IIc.
4. Aritken Jacobs, getuige in 1644 bij Henrick Jacobs en 1646 bij Dirck Jacobs, tr. Maurik 8.4.1649 Jan Gerrits, j.m. van Meteren. Bij hun kinderen waren getuige Anna Jacobs (1649, 1654), Jacob Theunis en vrouw (1656),Aaltjen Gerrits (1662).
5. Evert Jacobs, volgt IId.
6. Anna Jacobs, getuige in 1649 en 1654 bij Jan Gerrits (=Aritken Jacobs), in 1654 bij Henrick Jacobs en 1655 bij Thuenis Jacobs, overl. voor 15.5.1659, tr. Maurik 5.3.1643 Hubert Jillissen, j.m. van Ingen, overl. voor 6.8.1676, die hertr. Maurik 15.5.1659 Janneken van Wijck, j.d. van Ingen. Hij was in 1644 getuige bij Dirck Jacobs. Bij hun kinderen waren getuige Jacob Thuenis en Neeltken Dircks (1643), Jacob Thuenis en Elisabeth Hendericks (1645), Dirck Jacobs en Ingeken Jacobs (1650), Joost Dirck Deys en Benigna van Grootvelt (1652), Henrick Jacobs en Cuintgen van Wijck (1654), Jacob Thuenis en de vrouw van Evert Jacobs (1658).
IIa DIRCK JACOBS, in 1649 getuige bij Henrick Jacobs en in 1650 bij Hubert Jelis, otr. Maurik 3.5.1640 Evertken Dircks, j.d. van Ingen.
Hieruit (allen gedoopt te Maurik):
1. (geen naam vermeld) 31.10.1641.
2. Adriaen 28.1.1644, getuige Hubert Gillis.
3. Adriaen 18.10.1646, getuigen Evert Jacobs en Aritken Jacobs.
4. Alken 7.7.1650, getuige Aritken Dircks.
5. Dirck 26.4.1654, getuigen Jacob Thuenis en Elisabeth Henricks.
6. Janneken 12.5.1659, getuigen Jacob Thuenis en zijn vrouw.
IIb HENRICK JACOBS, in 1654 getuige bij Hubert Jelis, otr. Maurik 12.11.1643 Elisabeth Cornelisdr, j.d. van Zoelen.
Hieruit (allen gedoopt te Maurik):
1. Tuenken 18.8.1644, getuigen Henderixken Wilhems en Aritken Jacobs.
2. ongenoemde zoon 15.11.1646, getuigen Dirck Jacobs en Janneken Cornelis.
3. Cornelis 12.1.1651.
4. Adriaenken 12.3.1653, getuigen Henrixken Cornelis en Anna Jacobs.
5. Adriana 4.2.1655, getuige Janneken Cornelis.
6. Adriaen 3.1.1658, getuigen Jacob Thuenis en Anna Huberts.
IIc THUENIS JACOBS, tr. Maurik 3.1.1647 Aelken Gerrits, beiden van Maurik.
Hieruit:
1. Rijxken 22.8.1647, getuige Wemken Gerrits.
2. Dirxken 8.4.1649, getuige Jacob Thuenis.
3. Thuenken 28.3.1651, getuigen Jan Thuenis, (lijkt broer van I), overl. voor 8.12.1661 en tr. Maria van Eck, òf otr. Christina Adams – kinderen 1642, 1654, 1670 en 1672 (allemaal van dezelfde Jan Thuenis??) en Wemken Gerrits.
4. Gerrit 20.2.1653, getuige Jacob Thuenis.
5. Janneken 7.1.1655, getuigen Jacob Thuenis en Anna Jacobs.
6. Dirxken 13.9.1657, getuige Marij Jans.
7. Anneken 12.6.1659, getuigen Jacob Thuenis en zijn vrouw.
8. Gerritgen 23.3.1662, getuige Salomé Pikart.
IId EVERT JACOBS, in 1646 getuige bij Dirck Jacobs, in 1658 is zijn vrouw getuige bij Hubert Jelis. Schrijver op het schip van Capitein Verhaer, dood in 1684 (Omslag Polder Maurik, waar zijn weduwe wordt aangeslagen voor f 0.11.0). Otr. Maurik 20.4.1656 Janneken Cornelis, j.d. van Zoelen. Zij (!) wordt in 1693 genoemd bij de slootgravers.
Waarschijnlijk hieruit (geen doopdata te vinden):
1. Jenneken Evertsen, getuige in 1697 bij IIIa en in 1706 bij IIIb, tr. 1683 Jasper Teunissen.
2. Arien Evertsen, volgt IIIa.
3. Jacobus Evertsen, volgt IIIb.
4? Cornelis Evertsen, overl. voor 10.9.1693, tr. 3.5.1691 Neeltje Jansen. Zij (!) wordt in 1693 genoemd bij de slootgravers. (Geen kinderen gevonden)
IIIa ARIEN EVERTSEN, vermeld bij de Clockeslag van 1700, het familiegeld van 1703 f 1.10.0, overl. 1708/9, tr. Maurik 8.11.1696 Geertruyd Claessen van der Eem, ged. ald. 5.9.1669, d. van Claes Dirxs Vreem en Anneken Andries van der Dillenburg.
Hieruit (allen gedoopt te Maurik):
1. Johanna 3.10.1697, getuige Jenneken Evertsen (die tr. 23.7.1683 Jasper Teunissen).
2. Anneken 18.12.1698, getuige Claeske Claessen van der Eem (ged. Maurik 11.1.1663, d. van Claes Dirxs Vreem en Anneken Andries van der Dillenburg), vrouw van Jacob Tijssen.
3. Evert 13.2.1701, getuige Heiltje Jacobs (kennelijk Van Doesborg).
4. Cornelia 11.3.1703, getuige idem.
IIIb JACOBUS EVERTSEN, j.m. van Maurik, betaalde in 1703 f 1.10.0 familiegeld, otr. Maurik 25.9.1698, tr. Werkhoven 2.10.1698 Heiltje Jacobs van Doesborg, j.d. van Rijswijk.
Hieruit (allen gedoopt te Maurik):
1. Johanna 2.4.1702, getuige Geertje, de vrouw van Arien Evertsen.
2. Evert 16.9.1703, getuige Jannetje Emonds.
3. Jacobus 28.1.1705, getuige Hendrikje Jakobs.
4. Claes 22.8.1706.
5. Cornelis 31.10.1706, getuige Janneken Evert Jakobsen.
N.B. de data van nr 4 en nr 5 kunnen niet, maar het staat er wèl!
N.B. Er is ook een Jacobus Everts den Brabander (Omslag Polder Maurik 1684)
Pas op: er is een tijdgenoot Cornelis Jans Udo, zie paragraaf 1!
I CORNELIS JANSEN, getuige in 1638 bij Egbert Jans, samen met Emmeken Jans (die ook getuige was in 1655), getuige in 1640 bij Wilhem Guerts de Leeuw, in 1642 bij Jan Thomas, in 1646 bij Peter Dircks samen met Dirxken Jans, in 1655 bij Claes Everts, in 1660 bij Gerrit Henricks samen met
Janneken van Hattem, leefde nog 1664, otr. 2e: Maurik 1.10.1637 als wednr van Grietken Peters met Thuentken Dirks, j.d. van Maurik.
Uit het 1e huwelijk:
1. Jan Cornelis, volgt IIa.
2. Metthijen, ged. Maurik 5.2.1637.
Uit het 2e huwelijk:
3. Jeriphaes, ged. Maurik 11.11.1638, get. Dirck van Aelts en Grietken Thuenis.
4. Zweer, ged. Maurik 19.1.1640, volgt IIb. Get. Dirck Mertens van der Eem en Alerken Jans (vrouw van Claes Everts, van de stam “Aalst”?).
5. Cuinken, ged. Maurik 13.3.1642, get. Jan Adriaens (= I nr 2 van “Buren/Zoelmond”) en Wilhemken Dircks. Zij leefde nog 1681.
6. Jakob, ged. Maurik 28.1.1644, get. Sara van Thyvaert (overl. voor 1649), tr. 1e: Jacob Gerrits, otr. 2e: 21.1.1644 Dirk Mertens van der Eem, wednr. Wilhemken Oliviers.
7. Olivier, ged. Maurik 21.6.1646, get. Janneken Andries (tr. 14.1.1644 Frans Dirks van der Eem), volgt IIc.
8. Alert, ged. Maurik 5.10.1651, get. Jan Alders en Alderken Jans.
9. Cuinken, ged. Maurik 16.9.1655, get. Janneken Frans. Leefde 1681.
10. Jacob, ged. Maurik 19.4.1657, get. Stijntje Jans (is dit Sytken Jans, die tr. 1641?).
IIa JAN CORNELIS, j.m. van Maurik, in 1667 getuige bij Dirck de Kemp samen met Grietgen Cornelis en Wilhemken Gerrits. Otr. Maurik 1.7.1660 Neeltgen Claas, j.d. van Avesaet. Is hij de Jan Cornelis Rademaker, genoemd dec.1650? (RANB 203, nr 336, fol.55v).
Hieruit:
1. Claes, ged. Maurik 9.6.1661, get. Willemken Peters.
2. Wilhemken, ged. Maurik 16.11.1662, get. Thuentgen Dircks (=van Hattem?). Zij tr. Maurik 1.5.1698 Dirk Petersen.
3. Tuentgen, ged. Maurik 22.5.1664, get. als boven.
4. Thuentgen, ged. Maurik 30.12.1666, get. Cuyntgen Jans.
5. Dirck, ged. Maurik 27.9.1668, get. Cornelia Dircks.
6. Peter, ged. Maurik 27.2.1670, get. Cornelisken Cornelis.
7. Geertgen, ged. Maurik 9.8.1672, get. Elske Dircks.
8. Cornelia, ged. Maurik 14.12.1673, get. Geertruy Joostens.
9. Dirck, ged. Maurik 18.8.1678, get. Cuyntie Cornelis.
( Er zijn een generatie later nog drie personen met de naam Jan Cornelis:
A. Jan Cornelis, j.m. van Erichem, tr. Maurik 1.1.1696 Willemijn Verburg, wed. van Hartog Jansen.
Hieruit:
1. Cornelis, ged. Maurik 4.7.1697.
2. Jansje, ged. Maurik 9.7.1699, get. Heiltje Willems.
B. Jan Cornelis van Coten, otr. Maurik 25.4.1698 Jannigje Sweeren van der Eem.
Hieruit:
Jannigje, ged. Maurik 4.6.1699, get. Judith Sweeren.
C. Jan Cornelissen, j.m. van Maurik, otr. ald. 13.3.1701 Geertje Jans van Agterberg, j.d. van Erichem, won. Maurik.)
IIb ZWEER (Assuerus) CORNELIS, ged. Maurik 19.1.1640, otr. ald. 31.3.1662 Janneken Jacobs Crauwelaers, j.d. van Haarlem.
Hieruit:
1. Jacomijntjen, ged. Maurik 24.9.1671, get. Hester Jacobs. Zij tr. ald. 14.11.1697 Rutger Claessen, j.m. geb. uit de Greb. Uit haar onecht: Maria, ged. Maurik 2.8.1694, get. Jannigje Schoutetus.
2. Cornelis, ged. Maurik 10.5.1674, get. Henriksken Roelofs.
3. Cornelis, ged. Maurik 18.8.1675, get. Willemske Cornelis.
4. Samuel, ged. Maurik 7.7.1678, get. Marten Polman en Maria Schoutetus.
IIc FIER (Olivier) CORNELISSEN, ged. Maurik 21.6.1646, otr. 1e: ald. 2.5.1669 Geertruy Joosten, ged. ald. 23.5.1645, d. van Joost Hermans; otr. 2e: ald. als wednr 4.8.1678 Peterken Kruyt, j.d. van Amerongen.
Uit het 1e huwelijk:
1. Jan, ged. Maurik 20.2.1670.
2. Wilhemken, ged. Maurik 26.3.1671, get. Maritgen Dircks
3. Claerken, ged. Maurik 8.3.1674, }get. Cuyntie Cornelis
4. Trijntie, ged. Maurik 8.3.1674 en Dineken Joosten
5. Cornelis, ged. Maurik 29.12.1677, get. Kuyntie Cornelis. Kinderen van hem zijn: 1706 Agnietje (get. Dirkje Phieren), 1707 Willem (get. Beatrix Hermansen), 1710 Phier (get. Dirkje Phieren)
Uit het 2e huwelijk:
6. Hermen, ged. Maurik 6.4.1679, get. Dirkje van Hattem (die in 1688 getuige was bij Phier van Hattem). Kinderen van hem zijn: 1706 Willem (get. Dirkje Phieren), 1708 Phier, 1711 Cornelis (get. Dirkje Phieren), 1715 Anneken (get. Hermijntje Barentsen).
7. Dirckie, ged. Maurik 18.9.1681, get. Cuyntje Cornelis (ook getuige in 1678 bij Johan Cornelis).
Hiaat in het doopboek, waarin waarschijnlijk geboren:
Sweer Phieren, tr. Maurik 3.6.1708 Maria Uijtenberg, j.d. van Eck. Hieruit: 1709 Geertruy (tr. 1738 Huybert Laurensen),1711 Phier, 1713 Pieternel.
8. Jan, ged. Maurik 13.11.1687, get. Jacomijntje Sweeren.
9. Dirkje, ged. Maurik 30.9.1688, get. idem. Zij was getuige in 1706 en 1708 bij Herman en in 1706, 1707 en 1710 bij Cornelis.
(nagegaan tot 1688)
Theunis/Jacobs/Everts
I JACOB THUENIS, in 1643, 1645 en 1658 getuige bij Hubert Gillis, in 1649, 1653 en 1655 bij Thuenis Jacobs, bij dezelfde in 1659 met zijn vrouw, in 1654 bij Dirck Jacobs, bij dezelfde in 1659 met zijn vrouw, in 1656 met zijn vrouw bij Jan Gerrits, in 1658 bij Henrick Jacobs. Tr. 13.8.1654 als wednr. van Janneken Everts met Maria Cornelisdr van Wamel, wed. van Wilhem Rutgers, van Tiel.
Hieruit (volgorde onbekend):
1. Dirck Jacobs, volgt IIa.
2. Henrick Jacobs,volgt IIb.
3. Thuenis Jacobs, volgt IIc.
4. Aritken Jacobs, getuige in 1644 bij Henrick Jacobs en 1646 bij Dirck Jacobs, tr. Maurik 8.4.1649 Jan Gerrits, j.m. van Meteren. Bij hun kinderen waren getuige Anna Jacobs (1649, 1654), Jacob Theunis en vrouw (1656),Aaltjen Gerrits (1662).
5. Evert Jacobs, volgt IId.
6. Anna Jacobs, getuige in 1649 en 1654 bij Jan Gerrits (=Aritken Jacobs), in 1654 bij Henrick Jacobs en 1655 bij Thuenis Jacobs, overl. voor 15.5.1659, tr. Maurik 5.3.1643 Hubert Jillissen, j.m. van Ingen, overl. voor 6.8.1676, die hertr. Maurik 15.5.1659 Janneken van Wijck, j.d. van Ingen. Hij was in 1644 getuige bij Dirck Jacobs. Bij hun kinderen waren getuige Jacob Thuenis en Neeltken Dircks (1643), Jacob Thuenis en Elisabeth Hendericks (1645), Dirck Jacobs en Ingeken Jacobs (1650), Joost Dirck Deys en Benigna van Grootvelt (1652), Henrick Jacobs en Cuintgen van Wijck (1654), Jacob Thuenis en de vrouw van Evert Jacobs (1658).
IIa DIRCK JACOBS, in 1649 getuige bij Henrick Jacobs en in 1650 bij Hubert Jelis, otr. Maurik 3.5.1640 Evertken Dircks, j.d. van Ingen.
Hieruit (allen gedoopt te Maurik):
1. (geen naam vermeld) 31.10.1641.
2. Adriaen 28.1.1644, getuige Hubert Gillis.
3. Adriaen 18.10.1646, getuigen Evert Jacobs en Aritken Jacobs.
4. Alken 7.7.1650, getuige Aritken Dircks.
5. Dirck 26.4.1654, getuigen Jacob Thuenis en Elisabeth Henricks.
6. Janneken 12.5.1659, getuigen Jacob Thuenis en zijn vrouw.
IIb HENRICK JACOBS, in 1654 getuige bij Hubert Jelis, otr. Maurik 12.11.1643 Elisabeth Cornelisdr, j.d. van Zoelen.
Hieruit (allen gedoopt te Maurik):
1. Tuenken 18.8.1644, getuigen Henderixken Wilhems en Aritken Jacobs.
2. ongenoemde zoon 15.11.1646, getuigen Dirck Jacobs en Janneken Cornelis.
3. Cornelis 12.1.1651.
4. Adriaenken 12.3.1653, getuigen Henrixken Cornelis en Anna Jacobs.
5. Adriana 4.2.1655, getuige Janneken Cornelis.
6. Adriaen 3.1.1658, getuigen Jacob Thuenis en Anna Huberts.
IIc THUENIS JACOBS, tr. Maurik 3.1.1647 Aelken Gerrits, beiden van Maurik.
Hieruit:
1. Rijxken 22.8.1647, getuige Wemken Gerrits.
2. Dirxken 8.4.1649, getuige Jacob Thuenis.
3. Thuenken 28.3.1651, getuigen Jan Thuenis, (lijkt broer van I), overl. voor 8.12.1661 en tr. Maria van Eck, òf otr. Christina Adams – kinderen 1642, 1654, 1670 en 1672 (allemaal van dezelfde Jan Thuenis??) en Wemken Gerrits.
4. Gerrit 20.2.1653, getuige Jacob Thuenis.
5. Janneken 7.1.1655, getuigen Jacob Thuenis en Anna Jacobs.
6. Dirxken 13.9.1657, getuige Marij Jans.
7. Anneken 12.6.1659, getuigen Jacob Thuenis en zijn vrouw.
8. Gerritgen 23.3.1662, getuige Salomé Pikart.
IId EVERT JACOBS, in 1646 getuige bij Dirck Jacobs, in 1658 is zijn vrouw getuige bij Hubert Jelis. Schrijver op het schip van Capitein Verhaer, dood in 1684 (Omslag Polder Maurik, waar zijn weduwe wordt aangeslagen voor f 0.11.0). Otr. Maurik 20.4.1656 Janneken Cornelis, j.d. van Zoelen. Zij (!) wordt in 1693 genoemd bij de slootgravers.
Waarschijnlijk hieruit (geen doopdata te vinden):
1. Jenneken Evertsen, getuige in 1697 bij IIIa en in 1706 bij IIIb, tr. 1683 Jasper Teunissen.
2. Arien Evertsen, volgt IIIa.
3. Jacobus Evertsen, volgt IIIb.
4? Cornelis Evertsen, overl. voor 10.9.1693, tr. 3.5.1691 Neeltje Jansen. Zij (!) wordt in 1693 genoemd bij de slootgravers. (Geen kinderen gevonden)
IIIa ARIEN EVERTSEN, vermeld bij de Clockeslag van 1700, het familiegeld van 1703 f 1.10.0, overl. 1708/9, tr. Maurik 8.11.1696 Geertruyd Claessen van der Eem, ged. ald. 5.9.1669, d. van Claes Dirxs Vreem en Anneken Andries van der Dillenburg.
Hieruit (allen gedoopt te Maurik):
1. Johanna 3.10.1697, getuige Jenneken Evertsen (die tr. 23.7.1683 Jasper Teunissen).
2. Anneken 18.12.1698, getuige Claeske Claessen van der Eem (ged. Maurik 11.1.1663, d. van Claes Dirxs Vreem en Anneken Andries van der Dillenburg), vrouw van Jacob Tijssen.
3. Evert 13.2.1701, getuige Heiltje Jacobs (kennelijk Van Doesborg).
4. Cornelia 11.3.1703, getuige idem.
IIIb JACOBUS EVERTSEN, j.m. van Maurik, betaalde in 1703 f 1.10.0 familiegeld, otr. Maurik 25.9.1698, tr. Werkhoven 2.10.1698 Heiltje Jacobs van Doesborg, j.d. van Rijswijk.
Hieruit (allen gedoopt te Maurik):
1. Johanna 2.4.1702, getuige Geertje, de vrouw van Arien Evertsen.
2. Evert 16.9.1703, getuige Jannetje Emonds.
3. Jacobus 28.1.1705, getuige Hendrikje Jakobs.
4. Claes 22.8.1706.
5. Cornelis 31.10.1706, getuige Janneken Evert Jakobsen.
N.B. de data van nr 4 en nr 5 kunnen niet, maar het staat er wèl!
N.B. Er is ook een Jacobus Everts den Brabander (Omslag Polder Maurik 1684)