NIEUWSBRIEF Nr 5
NOVEMBER 2007
Van de redactie
Eerder dan u van ons gewend bent, krijgt u deze Nieuwsbrief. De reden is, dat een niet-onaanzienlijk deel van onze donateurs de donatie over 2007 nog niet heeft overgemaakt. Wij hopen door het zenden van deze Nieuwsbrief voor het jaar ten einde gaat, uw bijdrage te ontvangen. Onze donateurs vormen onze achterban; wij stellen het op prijs – ook nu het blad De Maurikkroniek niet meer verschijnt – u van onze activiteiten op de hoogte te houden.
Het jaar 2007 is voor ons beslist geen jaar van niets doen geweest - dat zal u uit het onderstaande duidelijk worden. Uw belangstelling in de vorm van een donatie, ook voor het jaar 2008, stimuleert ons, verder te gaan om de grote Maurikfamilie in kaart te brengen. De penningmeester verheugt zich op uw bijdrage! (Giro 3609667 t.n.v. Stichting De Maurikkroniek, Den Haag)
Bezoek aan archieven
Vijfmaal werd een bezoek gebracht aan het Rijksarchief Gelderland (nu: Gelders Archief) in Arnhem, dat is de stad waar de gegevens uit de Betuwe worden bewaard waar onze wortels liggen. Tweemaal bezochten wij het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag, waar een onvoorstelbare hoeveelheid genealogisch materiaal aanwezig is. Eenmaal zag het stadsarchief Amsterdam ons verschijnen. Zoals wij al in eerdere Nieuwsbrieven hebben vermeld, betreft het archiefbezoek voornamelijk het completeren en het nalopen van verschillen in de gegevens en minder het vinden van nieuwe gegevens. U weet het: wij gaan voor 100% betrouwbaarheid! Wij hebben daar in Amsterdam ook meer gegevens gevonden over onze Amsterdamse vondeling Willem Mourik. In “Treurnis in Amsterdam” leest u hier meer over.
Burgerlijke Stand
Ook dit jaar hebben wij van het Centraal Bureau voor Genealogie (CBG) persoonslijsten gekocht, van in 2005 overleden naamgenoten. In totaal waren dat er 57. Slechts 1 persoon konden wij niet traceren. Ook de ouders van deze persoon, geboren in 1968, is ons onbekend. Het blijkt dus dat onze “dekkingsgraad”zeer hoog is!
Bovengenoemde persoonslijsten (vroeger: persoonskaarten) is de belangrijkste kostenpost die wij hebben, nu al vele jaren. De persoonskaart was bij de Burgerlijke Stand het document waarop de gegevens van betrokkene, de ouders, de huwelijkspartner, het beroep, de woonadressen en de inwonende kinderen stonden vermeld. Na het overlijden werden de kaarten van alle gemeenten overgedragen aan het CBG in Den Haag, dat tegen betaling fotokopieën verstrekte. Wij hebben deze kopieën van 1939 af gekocht, wat ons een schat aan genealogische gegevens heeft opgeleverd. Sedert een paar jaar zijn de persoonskaarten vervangen door persoonslijsten, waarop – helaas – veel minder gegevens voorkomen. Maar nog altijd is het een bron waar wij niet buiten kunnen.
Genlias
Zo af en toe bekijken wij hoe deze website vorderingen maakt met het digitaliseren van alle akten van de burgerlijke stand in ons land (evenwel tot een bepaald jaar, in verband met de wet op de openbaarheid van gegevens). Bij voltooiing van dit project zullen wij onze gegevens toetsen aan die van Genlias. Nu al blijkt, dat de uitwerking van de akten door Genlias vrij beperkt is ten opzichte van wat wij hebben gedaan.
Automatisering stammen
Dit jaar werden in ons genealogisch programma Gens Data Pro de volgende stammen opgenomen: Amsterdam-E, Amsterdam-F, Amsterdam-G, Buurmalsen-A, Jutphaas-A, Jutphaas-B, Montfoort, Schoonhoven, Tricht-B en Tuil. Hopelijk volgen de komende maanden ook nog de stammen Zeist en Zoelmond-A.
Zeker niet onvermeld mag blijven, dat de stam Buurmalsen-A eerder in een ander genealogisch programma werd verwerkt door onze oud-abonnee Jan Jaeger uit Vianen. Gelukkig zijn we er in geslaagd deze grote stam in ons GDpro-programma om te zetten. In het eerste halfjaar hebben we deze stam (met ruim 2300 personen en meer dan 900 relaties!) meer dan eens gecontroleerd. Dit heeft tot de nodige verbeteringen geleid, maar ook tot vele verschillen; deze worden nu onderzocht.
Waarom automatisering?
Veel stambomen zijn door ons samengesteld in het tijdvak vóór de computer, geschreven op rollen behangpapier, waarvan de inkt nu gaat vervagen. Het is dus zaak, deze genealogieën in de computer in te voeren. Dat is een gigantisch karwei, dat uiterste nauwkeurigheid vergt en dat jaren in beslag zal nemen. Dit is éen van de redenen waarom wij besloten hebben te stoppen met De Maurikkroniek. Tijd kun je maar op éen manier besteden.
Verwerking van bestaande gegevens
Wat wij in de loop van 40 jaar onderzoek niet hebben kunnen plaatsen, kan dat mogelijk nu wel. Dat is het uitgangspunt van het geleidelijk putten uit “de doos” met nog niet plaatsbare gegevens. Iedere aantekening die wij ooit gemaakt of gevonden hebben, proberen wij nu “thuis” te brengen, of brengen wij in een raadpleegbaar systeem onder, voor later… Wij zijn daar in 2005 mee begonnen en hebben er ook in 2007 aan gewerkt. Het gaat uiterst langzaam, dus ook in 2008 zult u hierover horen.
Treurnis in Amsterdam
Zoals wij hierboven hebben vermeld, hebben wij ook weer eens een bezoek gebracht aan het stadsarchief Amsterdam. Het is ons gebleken dat (behalve bij het geslacht van Justus van Maurik) de vijf andere families die wij hebben samengesteld, geen nakomelingen tot in deze tijd hebben opgeleverd. Het zou dan ook niet zo zinvol zijn geweest, nu uw aandacht voor Amsterdam te vragen, ware het niet dat een tragische bijzonderheid onze aandacht heeft getrokken. Wij maken u hieronder er deelgenoot van.
In het Vondelingenboekje van de gemeente Amsterdam, deel 383, nr 45 lezen wij: “Woensdag den 24-03-1819 is gevonden ’s avonds ten elf uren op de Oude Schans tusschen de Oosterze Kaai en Batavierstraat een jongetje, oud drie dagen, moet Geriffermeerd gedoopt worden / alles volgens berigt met de naam Willem Mourik”.
Het kind werd gebracht naar het Aalmoezeniers Weeshuis der stad Amsterdam, dat het volgende proces-verbaal opmaakte: “Op heden den vierentwintigste Maart 1819 s ‘avonds te Elf ure is door Straatman gebragt aan Dirk Simon Klij, waarnemende de functie van poortier in het Aalmoezeniers Weeshuis dezer Stad, overgegeven en is in het zelve ingenomen een Kind van het manlijk geslacht, oud Drie Dagen: aan hebbende Geen kleederen, opgebakerd in Luijers Een Hempje Een borstrokje Een Doekje Twee Mutsjes Een Flepje, door denzelven Straatman gevonden alhier op de Oude Schans tusschen de Oosterze Kaai en Batavierstraat s’avonds te Elf ure met dit berigt ”Amsterdam den 24 Maart 1819 – Vaders en moeders een vriendelijk verzoek Dat dit kind mogge Doop mag worden griffer Meert Willem Mourik geboren den 21 Maart 1819”. Zullende aan dit kind de naam gegeven worden van Willem Mourik, waarvan dit proces-verbaal is opgemaakt en door ons het voorschrevene op voorschrevenen dag, maand en jaar, is ondertekend – D.S. Klij en G. Jacobse als Regent van het Aalmoezeniers Weeshuis te Amsterdam.
Links onderaan stond: Straatman oud 40 jaar, sjouwerman in de Groote Kattenburgerstraat N29, nagtwagt in wijk 20 aan de Zuider Corpsche Garde, bekend niet te kunnen schrijven.
Willem Mourik was geen lang leven beschoren: op 15 november 1819 is hij overleden, acht maanden oud, ouders nog steeds onbekend.
Uit de Meppeler Courant van 20 februari 2006:
Het Verzetsmuseum Friesland krijgt een naar eigen zeggen unieke stempel in handen, waarmee in de Tweede Wereldoorlog de letter J in persoonsbewijzen van Joden werd gestempeld. De stempel is vlak na de oorlog meegenomen door Wim van Mourik. De latere burgemeester van Ferwerderadiel was actief binnen de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten, het gezamenlijke verzetsleger dat aan het einde van en na de oorlog onder leiding van Prins Bernhard verantwoordelijk was voor de openbare orde.
De zoon van Wim van Mourik, Tom, biedt het stempel vrijdag aan het museum aan. Dat is aan de vooravond van de 65e herdenking van de Februaristaking. Van Mourik kwam de stempel tegen toen hij vorig jaar de oorlogscollectie van zijn in 1980 gestorven vader aan het museum gaf.
In De Maurikkroniek van juni 1976 stond een uitvoerig “geschreven portret” van oud- burgemeester Willem van Mourik, dat hij op ons verzoek zelf had geschreven. Over zijn activiteiten in en kort na de oorlog schreef hij kortheidshalve: “Ik kon mijn (ondergrondse) activiteiten voortzetten…”. Hij behoort tot de stam Leerdam/Leerbroek.
Van de redactie
Eerder dan u van ons gewend bent, krijgt u deze Nieuwsbrief. De reden is, dat een niet-onaanzienlijk deel van onze donateurs de donatie over 2007 nog niet heeft overgemaakt. Wij hopen door het zenden van deze Nieuwsbrief voor het jaar ten einde gaat, uw bijdrage te ontvangen. Onze donateurs vormen onze achterban; wij stellen het op prijs – ook nu het blad De Maurikkroniek niet meer verschijnt – u van onze activiteiten op de hoogte te houden.
Het jaar 2007 is voor ons beslist geen jaar van niets doen geweest - dat zal u uit het onderstaande duidelijk worden. Uw belangstelling in de vorm van een donatie, ook voor het jaar 2008, stimuleert ons, verder te gaan om de grote Maurikfamilie in kaart te brengen. De penningmeester verheugt zich op uw bijdrage! (Giro 3609667 t.n.v. Stichting De Maurikkroniek, Den Haag)
Bezoek aan archieven
Vijfmaal werd een bezoek gebracht aan het Rijksarchief Gelderland (nu: Gelders Archief) in Arnhem, dat is de stad waar de gegevens uit de Betuwe worden bewaard waar onze wortels liggen. Tweemaal bezochten wij het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag, waar een onvoorstelbare hoeveelheid genealogisch materiaal aanwezig is. Eenmaal zag het stadsarchief Amsterdam ons verschijnen. Zoals wij al in eerdere Nieuwsbrieven hebben vermeld, betreft het archiefbezoek voornamelijk het completeren en het nalopen van verschillen in de gegevens en minder het vinden van nieuwe gegevens. U weet het: wij gaan voor 100% betrouwbaarheid! Wij hebben daar in Amsterdam ook meer gegevens gevonden over onze Amsterdamse vondeling Willem Mourik. In “Treurnis in Amsterdam” leest u hier meer over.
Burgerlijke Stand
Ook dit jaar hebben wij van het Centraal Bureau voor Genealogie (CBG) persoonslijsten gekocht, van in 2005 overleden naamgenoten. In totaal waren dat er 57. Slechts 1 persoon konden wij niet traceren. Ook de ouders van deze persoon, geboren in 1968, is ons onbekend. Het blijkt dus dat onze “dekkingsgraad”zeer hoog is!
Bovengenoemde persoonslijsten (vroeger: persoonskaarten) is de belangrijkste kostenpost die wij hebben, nu al vele jaren. De persoonskaart was bij de Burgerlijke Stand het document waarop de gegevens van betrokkene, de ouders, de huwelijkspartner, het beroep, de woonadressen en de inwonende kinderen stonden vermeld. Na het overlijden werden de kaarten van alle gemeenten overgedragen aan het CBG in Den Haag, dat tegen betaling fotokopieën verstrekte. Wij hebben deze kopieën van 1939 af gekocht, wat ons een schat aan genealogische gegevens heeft opgeleverd. Sedert een paar jaar zijn de persoonskaarten vervangen door persoonslijsten, waarop – helaas – veel minder gegevens voorkomen. Maar nog altijd is het een bron waar wij niet buiten kunnen.
Genlias
Zo af en toe bekijken wij hoe deze website vorderingen maakt met het digitaliseren van alle akten van de burgerlijke stand in ons land (evenwel tot een bepaald jaar, in verband met de wet op de openbaarheid van gegevens). Bij voltooiing van dit project zullen wij onze gegevens toetsen aan die van Genlias. Nu al blijkt, dat de uitwerking van de akten door Genlias vrij beperkt is ten opzichte van wat wij hebben gedaan.
Automatisering stammen
Dit jaar werden in ons genealogisch programma Gens Data Pro de volgende stammen opgenomen: Amsterdam-E, Amsterdam-F, Amsterdam-G, Buurmalsen-A, Jutphaas-A, Jutphaas-B, Montfoort, Schoonhoven, Tricht-B en Tuil. Hopelijk volgen de komende maanden ook nog de stammen Zeist en Zoelmond-A.
Zeker niet onvermeld mag blijven, dat de stam Buurmalsen-A eerder in een ander genealogisch programma werd verwerkt door onze oud-abonnee Jan Jaeger uit Vianen. Gelukkig zijn we er in geslaagd deze grote stam in ons GDpro-programma om te zetten. In het eerste halfjaar hebben we deze stam (met ruim 2300 personen en meer dan 900 relaties!) meer dan eens gecontroleerd. Dit heeft tot de nodige verbeteringen geleid, maar ook tot vele verschillen; deze worden nu onderzocht.
Waarom automatisering?
Veel stambomen zijn door ons samengesteld in het tijdvak vóór de computer, geschreven op rollen behangpapier, waarvan de inkt nu gaat vervagen. Het is dus zaak, deze genealogieën in de computer in te voeren. Dat is een gigantisch karwei, dat uiterste nauwkeurigheid vergt en dat jaren in beslag zal nemen. Dit is éen van de redenen waarom wij besloten hebben te stoppen met De Maurikkroniek. Tijd kun je maar op éen manier besteden.
Verwerking van bestaande gegevens
Wat wij in de loop van 40 jaar onderzoek niet hebben kunnen plaatsen, kan dat mogelijk nu wel. Dat is het uitgangspunt van het geleidelijk putten uit “de doos” met nog niet plaatsbare gegevens. Iedere aantekening die wij ooit gemaakt of gevonden hebben, proberen wij nu “thuis” te brengen, of brengen wij in een raadpleegbaar systeem onder, voor later… Wij zijn daar in 2005 mee begonnen en hebben er ook in 2007 aan gewerkt. Het gaat uiterst langzaam, dus ook in 2008 zult u hierover horen.
Treurnis in Amsterdam
Zoals wij hierboven hebben vermeld, hebben wij ook weer eens een bezoek gebracht aan het stadsarchief Amsterdam. Het is ons gebleken dat (behalve bij het geslacht van Justus van Maurik) de vijf andere families die wij hebben samengesteld, geen nakomelingen tot in deze tijd hebben opgeleverd. Het zou dan ook niet zo zinvol zijn geweest, nu uw aandacht voor Amsterdam te vragen, ware het niet dat een tragische bijzonderheid onze aandacht heeft getrokken. Wij maken u hieronder er deelgenoot van.
In het Vondelingenboekje van de gemeente Amsterdam, deel 383, nr 45 lezen wij: “Woensdag den 24-03-1819 is gevonden ’s avonds ten elf uren op de Oude Schans tusschen de Oosterze Kaai en Batavierstraat een jongetje, oud drie dagen, moet Geriffermeerd gedoopt worden / alles volgens berigt met de naam Willem Mourik”.
Het kind werd gebracht naar het Aalmoezeniers Weeshuis der stad Amsterdam, dat het volgende proces-verbaal opmaakte: “Op heden den vierentwintigste Maart 1819 s ‘avonds te Elf ure is door Straatman gebragt aan Dirk Simon Klij, waarnemende de functie van poortier in het Aalmoezeniers Weeshuis dezer Stad, overgegeven en is in het zelve ingenomen een Kind van het manlijk geslacht, oud Drie Dagen: aan hebbende Geen kleederen, opgebakerd in Luijers Een Hempje Een borstrokje Een Doekje Twee Mutsjes Een Flepje, door denzelven Straatman gevonden alhier op de Oude Schans tusschen de Oosterze Kaai en Batavierstraat s’avonds te Elf ure met dit berigt ”Amsterdam den 24 Maart 1819 – Vaders en moeders een vriendelijk verzoek Dat dit kind mogge Doop mag worden griffer Meert Willem Mourik geboren den 21 Maart 1819”. Zullende aan dit kind de naam gegeven worden van Willem Mourik, waarvan dit proces-verbaal is opgemaakt en door ons het voorschrevene op voorschrevenen dag, maand en jaar, is ondertekend – D.S. Klij en G. Jacobse als Regent van het Aalmoezeniers Weeshuis te Amsterdam.
Links onderaan stond: Straatman oud 40 jaar, sjouwerman in de Groote Kattenburgerstraat N29, nagtwagt in wijk 20 aan de Zuider Corpsche Garde, bekend niet te kunnen schrijven.
Willem Mourik was geen lang leven beschoren: op 15 november 1819 is hij overleden, acht maanden oud, ouders nog steeds onbekend.
Uit de Meppeler Courant van 20 februari 2006:
Het Verzetsmuseum Friesland krijgt een naar eigen zeggen unieke stempel in handen, waarmee in de Tweede Wereldoorlog de letter J in persoonsbewijzen van Joden werd gestempeld. De stempel is vlak na de oorlog meegenomen door Wim van Mourik. De latere burgemeester van Ferwerderadiel was actief binnen de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten, het gezamenlijke verzetsleger dat aan het einde van en na de oorlog onder leiding van Prins Bernhard verantwoordelijk was voor de openbare orde.
De zoon van Wim van Mourik, Tom, biedt het stempel vrijdag aan het museum aan. Dat is aan de vooravond van de 65e herdenking van de Februaristaking. Van Mourik kwam de stempel tegen toen hij vorig jaar de oorlogscollectie van zijn in 1980 gestorven vader aan het museum gaf.
In De Maurikkroniek van juni 1976 stond een uitvoerig “geschreven portret” van oud- burgemeester Willem van Mourik, dat hij op ons verzoek zelf had geschreven. Over zijn activiteiten in en kort na de oorlog schreef hij kortheidshalve: “Ik kon mijn (ondergrondse) activiteiten voortzetten…”. Hij behoort tot de stam Leerdam/Leerbroek.