NIEUWSBRIEF nr 10
JANUARI 2013
gironummer 168340 t.n.v.
drs. J.G. Morel van Mourik, Den Haag
website van de stichting: maurikonderzoek.weebly.com
emailadres: [email protected]
Van de redactie
Zoals u inmiddels van ons gewend bent, berichten wij u aan het begin van het jaar over onze activiteiten. Er is uiteraard het een en ander te melden, want wij zitten niet stil! Wij hopen dat u waardeert wat wij doen en zien graag uw waardering omgezet in een donatie. Let u daarbij op het gewijzigde gironummer? Het gironummer van de Stichting hebben wij opgeheven, het werd als een zakelijke rekening aangemerkt, wat extra kosten met zich meebracht. Die kunnen we zelf verdienen!
Bezoek aan archieven
Het Gelders Archief in Arnhem werd tweemaal bezocht, het Utrechts Archief eenmaal, evenals het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag en het stadsarchief van Münster (Dld). Het betrof naloopwerk.
Burgerlijke Stand
In 2012 hebben we van het Centraal Bureau voor Genealogie 52 persoonslijsten gekocht van in 2010 overleden naamgenoten. Van slechts één persoonslijst (van een kind geboren ca. 2000) konden wij de gegevens niet in één van onze vele stammen onderbrengen. De vader was van na 1970 en juist voor de periode van 1970 naar het heden bezitten wij maar weinig gegevens. (De geboorte-akten zijn pas na 100 jaar openbaar en de trouwakten na75 jaar.)
Aangehuwdenbestand
Er ligt een grote doos met mutaties klaar voor verwerking in dit bestand. Er zijn nogal wat belangrijke mutaties door het inpassen van de ene stam in een andere, waardoor de stambenamingen moeten worden aangepast. Anders zijn de gegevens niet meer terug te vinden!
Onbekendenbestand
Ook dit bestand moet nog worden bijgewerkt. In de komende tijd zullen de verzamelde gegevens, die niet in een van de stammen onder te brengen zijn, nader bekeken worden. De verwachting is dat dit bestand flink zal gaan groeien.
Vroeger en nu
Er verandert veel in onderzoeksland. Vroeger, tot halverwege de 19e eeuw, moest heel het genealogisch onderzoek in de studiezalen van de archieven gebeuren. Ik herinner mij nog de studiezaal van wat nu het Nationaal Archief heet, destijds gevestigd in een neo-gotisch pand aan het Bleijenburg in Den Haag. Ik was een jong broekie tussen heren op leeftijd. Je was al blij als er indexen waren. De boeken met originele akten werden door mannen in stofjassen gebracht, maar je kreeg er maar éen per uur. (Genealogische compagnon Chr. van Mourik had daar iets op gevonden. Voor de zaterdagmorgen had hij aan het begin van de week 10 brieven met namen en adressen van collega’s gestuurd voor de gevraagde 10 boeken. Die stonden dan op zaterdag op hem te wachten, met de verschillende namen. Hij moest natuurlijk omzichtig te werk gaan.)
Daarna kwamen er microfilms en microfiches, niet bepaald een verbetering; vaak waren deze slechter, want onduidelijker. De nabije toekomst is, dat de films en fiches verdwijnen en dat de archieven digitaal gaan. Dat kan de duidelijkheid ten goede komen, maar het indirecte contact met het oorspronkelijke document (via film en fiche) verdwijnt. We zijn dan afhankelijk van de deskundigheid van degene die de gegevens invoert. De onderzoeker moet dan op zijn eigen deskundigheid vertrouwen. Een voorbeeld hoe het mis kan gaan: Rentinck en Reutinck zijn twee verschillende namen, maar zijn in een bepaald archiefbestand digitaal tot één naam geworden, omdat men bij de digitalisering niet gezien heeft dat bij Reutinck een streepje boven de “tweepoot” stond (dat betekent een “u”, Reutink dus, en geen “n” van Rentinck). De onderzoeker wordt zo op het verkeerde been gezet. Niettemin is men in de toekomst (mits met kritische zin) beter uit. Ook in die zin dat de gegevens aangeboden worden door archieven, die uiteraard veel betrouwbaarder zijn dan gegevens van particulieren op Internet.
Een andere tendens is dat de archieven voor hun digitale diensten betaling gaan vragen.. Daar komen bezwaren tegen, maar er is niet veel tegen in te brengen. Digitalisering kost geld en de onderzoeker spaart reis-en verblijfkosten uit. De studiezalen van de archieven worden nu al leger en sluiting op maandag wordt steeds algemener. Voor het ambtenarenbestand zal dat ongetwijfeld consequenties gaan geven. De ontwikkeling is echter niet te stuiten.
Automatisering van stammen
Het digitaliseren van stammen heeft het afgelopen jaar voorrang gekregen. Om het voor u overzichtelijk te houden, geven wij een totaal overzicht van de stammen:
Aalst, Amsterdam-A/B, Amsterdam-C, Amsterdam-D, Amsterdam-E, Amsterdam-F, Amsterdam-G, Asch-A, Asch-B, Asch-D, Asch-E, Asch-F, Asch-Meteren, Asperen,
Barneveld, Beusichem-C, Brakel, Buren-A, Buren-C, Buren-E,Buren-F, Buren/Zoelmond, Buurmalsen-A,
Cothen,
Den Haag,
Erichem-A, Erichem B, Erichem-C,
Gorinchem-A, Gorinchem-B, Gorinchem-C,
Haaften,
Jaarsveld, Jutphaas-A, Jutphaas-B,
Leerdam/Leerbroek, Leiden, Lienden,
Maurik-A, Maurik-B, Maurik Militair 1, Maurik Militair 2, Molenaarsgraaf, Montfoort,
Neerijnen, Nijmegen,
Pernis,
Rhenen, Ruinen, Rijswijk,
Schoonhoven, Silvolde, Süderwick,
Tiel, Tiel-A, Tiel-C, Tricht-A, Tricht-B, Tricht-C, Tuil,
Utrecht-A, Utrecht-E, Utrecht-F, Utrecht-G, Utrecht-H, Utrecht-I, Utrecht-J,
Werkhoven-A, Werkhoven-C, Werkhoven-D, Wijk bij Duurstede-A, WijkbijD-B, WijkbijD-D,
Zeist, Zoelmond-A, Zoelmond-D, Zoelmond-F, Zoelmond-G, Zoelmond/Buren.
Actiepunten voor 2013 stam Utrecht-A en het samenvoegen van Asch-A en Asch-B.
Als dit allles is verwerkt hebben wij in de loop van vele vele jaren het respectabele aantal van 77 stammen Van Mourik (hoe ook geschreven) opgesteld.
Maurik – buurtschap en straat
In Langenboom, een dorp van ca. 2300 inwoners in de gemeente Mill en Sint-Hubert (Land van Cuyk) in Brabant, bestaat een buurtschap De Maurik. Een “maurik” is daar een vogel, kneu, die daar in grote aantallen voorkomt. Die buurtschap heet daar dus naar die vogel.
In Zeist is een Van Maurikstraat. Drie generaties van Maurik zijn daar in de 18e eeuw molenaar geweest.
Knipselverzameling en verzameling familiedrukwerk
Wij hebben de afgelopen maanden de zevende ordner in gebruik genomen: de hoeveelheid knipsels en familiedrukwerk puilden uit de bestaande ordners. Alles is geordend op alfabet met hier en daar een verwijzing naar een Maurikstam. Al bladerend valt de diversiteit op: berichten uit landelijke bladen tot kerkbodevermeldingen, soms met een foto. Kortom: een rijke bron voor onderzoekers, met gegevens die vaak elders niet te vinden zijn. Het is de bedoeling de ordners t.z.t. aan de Nederlandse Genealogische Vereniging in Weesp over te dragen, waar een ieder ze in het verenigingsgebouw kan raadplegen. Tot die tijd zijn uw knipsels en kaartjes van harte welkom.
Militieregisters
Het afgelopen jaar is een begin gemaakt met het op internet zetten van de militieregisters, dat is de administratie van de dienstplichtige mannen van 1811-1940. De registers zijn in heel Nederland aangelegd en omvatten in totaal 7 miljoen gegevens. Momenteel doen 17 archieven mee aan dit project, dat geheel op vrijwilligers steunt. Inmiddels is via de website militieregisters.nl het eerste deel van dit omvangrijke project in te zien. Het wordt gefinancierd doordat voor de scans moet worden betaald. Wil men een bepaalde inschrijving alleen inzien, dan moet men 40 cent betalen, inzien plus downloaden kost 50 cent. Dat wordt dus even slikken, want menige onderzoeker denkt dat op internet alles gratis is. Dat er door zeer velen zeer veel werk moet zijn verzet, voordat een bepaalde bron voor ieder te raadplegen is, wordt gemakshalve vergeten.
Deze gedachte speelt trouwens ook bij ons onderzoek. Men denkt bij voorbeeld: de stam waartoe ik behoor is gepubliceerd in De Maurikkroniek, “dus Heren Van Mourik: mag ik van u de aanvullingen ontvangen? Gratis natuurlijk, want het is toch uw hobby?” Men gaat er aan voorbij, dat de publicatie in De Maurikkroniek mogelijk is gemaakt door de bijdragen van onze donateurs, die er verder aan bijdragen dat wij nog steeds onderzoek kunnen doen. Aan u, die ons financieel steunt, hoeven wij dat niet uit te leggen.
De Limes
Dit is de naam van de voormalige grens van het Romeinse rijk, die op het hoogtepunt van de Romeinse macht zo’n 7000 km lang was. Op Nederlands grondgebied ligt 140 km, waarvan 60 km in Gelderland, namelijk de Rijn. Het is de definitieve noordgrens van het Romeinse rijk. De Rijn was ook een aanvoer-route, om met een grote troepenmacht de Noordzee over te steken en Britannië te veroveren. De limes heeft gedurende vier eeuwen gefunctioneerd, tot de grensverdediging begin vijfde eeuw voorgoed werd verlaten.
Op de zuidoever bouwden de Romeinen ongeveer 20 limesforten, vrijwel altijd bij of tegenover de monding van zijrivieren. Naast elk fort lag ook een burgerlijke nederzetting. Bij alle forten waren kades aangelegd voor het aanmeren van schepen. Waarschijnlijk zijn de meeste forten na de Romeinse tijd grotendeels weggespoeld, of in de bodem weggezakt Soms liggen de resten op meer dan zes meter onder het huidige maaiveld.
Op de Peutingerkaart, een twaalfde-eeuwse kopie van een Romeinse reiskaart, waarop honderden namen, wegen en afstanden vermeld staan, komt de naam Mannaricium voor. Dat castellum moet gelegen hebben bij het huidige Eiland van Maurik. Hier zijn bij baggerwerkzaamheden een groot aantal vondsten gedaan. Zo kennen we uit inscripties de namen van hier gelegerde eenheden.
(bron: Gelders Erfgoed, 2012-3)
In sommige publicaties wordt de naam van ons stamdorp afgeleid van de naam van dit castellum. Een dergelijke afleiding is onwaarschijnlijk. Er gaapt een groot gat tussen de ondergang van dit fort en de komst van de eerste bewoners in de 9e of 10e eeuw. Mannaricium is als naam bovendien niet te verbinden met Maldericke. Nee, we moeten de realiteit niet uit het oog verliezen. Helaas komen we deze foute verbinding nog wel eens tegen.
JANUARI 2013
gironummer 168340 t.n.v.
drs. J.G. Morel van Mourik, Den Haag
website van de stichting: maurikonderzoek.weebly.com
emailadres: [email protected]
Van de redactie
Zoals u inmiddels van ons gewend bent, berichten wij u aan het begin van het jaar over onze activiteiten. Er is uiteraard het een en ander te melden, want wij zitten niet stil! Wij hopen dat u waardeert wat wij doen en zien graag uw waardering omgezet in een donatie. Let u daarbij op het gewijzigde gironummer? Het gironummer van de Stichting hebben wij opgeheven, het werd als een zakelijke rekening aangemerkt, wat extra kosten met zich meebracht. Die kunnen we zelf verdienen!
Bezoek aan archieven
Het Gelders Archief in Arnhem werd tweemaal bezocht, het Utrechts Archief eenmaal, evenals het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag en het stadsarchief van Münster (Dld). Het betrof naloopwerk.
Burgerlijke Stand
In 2012 hebben we van het Centraal Bureau voor Genealogie 52 persoonslijsten gekocht van in 2010 overleden naamgenoten. Van slechts één persoonslijst (van een kind geboren ca. 2000) konden wij de gegevens niet in één van onze vele stammen onderbrengen. De vader was van na 1970 en juist voor de periode van 1970 naar het heden bezitten wij maar weinig gegevens. (De geboorte-akten zijn pas na 100 jaar openbaar en de trouwakten na75 jaar.)
Aangehuwdenbestand
Er ligt een grote doos met mutaties klaar voor verwerking in dit bestand. Er zijn nogal wat belangrijke mutaties door het inpassen van de ene stam in een andere, waardoor de stambenamingen moeten worden aangepast. Anders zijn de gegevens niet meer terug te vinden!
Onbekendenbestand
Ook dit bestand moet nog worden bijgewerkt. In de komende tijd zullen de verzamelde gegevens, die niet in een van de stammen onder te brengen zijn, nader bekeken worden. De verwachting is dat dit bestand flink zal gaan groeien.
Vroeger en nu
Er verandert veel in onderzoeksland. Vroeger, tot halverwege de 19e eeuw, moest heel het genealogisch onderzoek in de studiezalen van de archieven gebeuren. Ik herinner mij nog de studiezaal van wat nu het Nationaal Archief heet, destijds gevestigd in een neo-gotisch pand aan het Bleijenburg in Den Haag. Ik was een jong broekie tussen heren op leeftijd. Je was al blij als er indexen waren. De boeken met originele akten werden door mannen in stofjassen gebracht, maar je kreeg er maar éen per uur. (Genealogische compagnon Chr. van Mourik had daar iets op gevonden. Voor de zaterdagmorgen had hij aan het begin van de week 10 brieven met namen en adressen van collega’s gestuurd voor de gevraagde 10 boeken. Die stonden dan op zaterdag op hem te wachten, met de verschillende namen. Hij moest natuurlijk omzichtig te werk gaan.)
Daarna kwamen er microfilms en microfiches, niet bepaald een verbetering; vaak waren deze slechter, want onduidelijker. De nabije toekomst is, dat de films en fiches verdwijnen en dat de archieven digitaal gaan. Dat kan de duidelijkheid ten goede komen, maar het indirecte contact met het oorspronkelijke document (via film en fiche) verdwijnt. We zijn dan afhankelijk van de deskundigheid van degene die de gegevens invoert. De onderzoeker moet dan op zijn eigen deskundigheid vertrouwen. Een voorbeeld hoe het mis kan gaan: Rentinck en Reutinck zijn twee verschillende namen, maar zijn in een bepaald archiefbestand digitaal tot één naam geworden, omdat men bij de digitalisering niet gezien heeft dat bij Reutinck een streepje boven de “tweepoot” stond (dat betekent een “u”, Reutink dus, en geen “n” van Rentinck). De onderzoeker wordt zo op het verkeerde been gezet. Niettemin is men in de toekomst (mits met kritische zin) beter uit. Ook in die zin dat de gegevens aangeboden worden door archieven, die uiteraard veel betrouwbaarder zijn dan gegevens van particulieren op Internet.
Een andere tendens is dat de archieven voor hun digitale diensten betaling gaan vragen.. Daar komen bezwaren tegen, maar er is niet veel tegen in te brengen. Digitalisering kost geld en de onderzoeker spaart reis-en verblijfkosten uit. De studiezalen van de archieven worden nu al leger en sluiting op maandag wordt steeds algemener. Voor het ambtenarenbestand zal dat ongetwijfeld consequenties gaan geven. De ontwikkeling is echter niet te stuiten.
Automatisering van stammen
Het digitaliseren van stammen heeft het afgelopen jaar voorrang gekregen. Om het voor u overzichtelijk te houden, geven wij een totaal overzicht van de stammen:
Aalst, Amsterdam-A/B, Amsterdam-C, Amsterdam-D, Amsterdam-E, Amsterdam-F, Amsterdam-G, Asch-A, Asch-B, Asch-D, Asch-E, Asch-F, Asch-Meteren, Asperen,
Barneveld, Beusichem-C, Brakel, Buren-A, Buren-C, Buren-E,Buren-F, Buren/Zoelmond, Buurmalsen-A,
Cothen,
Den Haag,
Erichem-A, Erichem B, Erichem-C,
Gorinchem-A, Gorinchem-B, Gorinchem-C,
Haaften,
Jaarsveld, Jutphaas-A, Jutphaas-B,
Leerdam/Leerbroek, Leiden, Lienden,
Maurik-A, Maurik-B, Maurik Militair 1, Maurik Militair 2, Molenaarsgraaf, Montfoort,
Neerijnen, Nijmegen,
Pernis,
Rhenen, Ruinen, Rijswijk,
Schoonhoven, Silvolde, Süderwick,
Tiel, Tiel-A, Tiel-C, Tricht-A, Tricht-B, Tricht-C, Tuil,
Utrecht-A, Utrecht-E, Utrecht-F, Utrecht-G, Utrecht-H, Utrecht-I, Utrecht-J,
Werkhoven-A, Werkhoven-C, Werkhoven-D, Wijk bij Duurstede-A, WijkbijD-B, WijkbijD-D,
Zeist, Zoelmond-A, Zoelmond-D, Zoelmond-F, Zoelmond-G, Zoelmond/Buren.
Actiepunten voor 2013 stam Utrecht-A en het samenvoegen van Asch-A en Asch-B.
Als dit allles is verwerkt hebben wij in de loop van vele vele jaren het respectabele aantal van 77 stammen Van Mourik (hoe ook geschreven) opgesteld.
Maurik – buurtschap en straat
In Langenboom, een dorp van ca. 2300 inwoners in de gemeente Mill en Sint-Hubert (Land van Cuyk) in Brabant, bestaat een buurtschap De Maurik. Een “maurik” is daar een vogel, kneu, die daar in grote aantallen voorkomt. Die buurtschap heet daar dus naar die vogel.
In Zeist is een Van Maurikstraat. Drie generaties van Maurik zijn daar in de 18e eeuw molenaar geweest.
Knipselverzameling en verzameling familiedrukwerk
Wij hebben de afgelopen maanden de zevende ordner in gebruik genomen: de hoeveelheid knipsels en familiedrukwerk puilden uit de bestaande ordners. Alles is geordend op alfabet met hier en daar een verwijzing naar een Maurikstam. Al bladerend valt de diversiteit op: berichten uit landelijke bladen tot kerkbodevermeldingen, soms met een foto. Kortom: een rijke bron voor onderzoekers, met gegevens die vaak elders niet te vinden zijn. Het is de bedoeling de ordners t.z.t. aan de Nederlandse Genealogische Vereniging in Weesp over te dragen, waar een ieder ze in het verenigingsgebouw kan raadplegen. Tot die tijd zijn uw knipsels en kaartjes van harte welkom.
Militieregisters
Het afgelopen jaar is een begin gemaakt met het op internet zetten van de militieregisters, dat is de administratie van de dienstplichtige mannen van 1811-1940. De registers zijn in heel Nederland aangelegd en omvatten in totaal 7 miljoen gegevens. Momenteel doen 17 archieven mee aan dit project, dat geheel op vrijwilligers steunt. Inmiddels is via de website militieregisters.nl het eerste deel van dit omvangrijke project in te zien. Het wordt gefinancierd doordat voor de scans moet worden betaald. Wil men een bepaalde inschrijving alleen inzien, dan moet men 40 cent betalen, inzien plus downloaden kost 50 cent. Dat wordt dus even slikken, want menige onderzoeker denkt dat op internet alles gratis is. Dat er door zeer velen zeer veel werk moet zijn verzet, voordat een bepaalde bron voor ieder te raadplegen is, wordt gemakshalve vergeten.
Deze gedachte speelt trouwens ook bij ons onderzoek. Men denkt bij voorbeeld: de stam waartoe ik behoor is gepubliceerd in De Maurikkroniek, “dus Heren Van Mourik: mag ik van u de aanvullingen ontvangen? Gratis natuurlijk, want het is toch uw hobby?” Men gaat er aan voorbij, dat de publicatie in De Maurikkroniek mogelijk is gemaakt door de bijdragen van onze donateurs, die er verder aan bijdragen dat wij nog steeds onderzoek kunnen doen. Aan u, die ons financieel steunt, hoeven wij dat niet uit te leggen.
De Limes
Dit is de naam van de voormalige grens van het Romeinse rijk, die op het hoogtepunt van de Romeinse macht zo’n 7000 km lang was. Op Nederlands grondgebied ligt 140 km, waarvan 60 km in Gelderland, namelijk de Rijn. Het is de definitieve noordgrens van het Romeinse rijk. De Rijn was ook een aanvoer-route, om met een grote troepenmacht de Noordzee over te steken en Britannië te veroveren. De limes heeft gedurende vier eeuwen gefunctioneerd, tot de grensverdediging begin vijfde eeuw voorgoed werd verlaten.
Op de zuidoever bouwden de Romeinen ongeveer 20 limesforten, vrijwel altijd bij of tegenover de monding van zijrivieren. Naast elk fort lag ook een burgerlijke nederzetting. Bij alle forten waren kades aangelegd voor het aanmeren van schepen. Waarschijnlijk zijn de meeste forten na de Romeinse tijd grotendeels weggespoeld, of in de bodem weggezakt Soms liggen de resten op meer dan zes meter onder het huidige maaiveld.
Op de Peutingerkaart, een twaalfde-eeuwse kopie van een Romeinse reiskaart, waarop honderden namen, wegen en afstanden vermeld staan, komt de naam Mannaricium voor. Dat castellum moet gelegen hebben bij het huidige Eiland van Maurik. Hier zijn bij baggerwerkzaamheden een groot aantal vondsten gedaan. Zo kennen we uit inscripties de namen van hier gelegerde eenheden.
(bron: Gelders Erfgoed, 2012-3)
In sommige publicaties wordt de naam van ons stamdorp afgeleid van de naam van dit castellum. Een dergelijke afleiding is onwaarschijnlijk. Er gaapt een groot gat tussen de ondergang van dit fort en de komst van de eerste bewoners in de 9e of 10e eeuw. Mannaricium is als naam bovendien niet te verbinden met Maldericke. Nee, we moeten de realiteit niet uit het oog verliezen. Helaas komen we deze foute verbinding nog wel eens tegen.