NIEUWSBRIEF Nr. 7
JANUARI 2010
Redactieadres: H.Gerhardlaan 27, 2285 XN Rijswijk
e-mail: [email protected]
Van de redactie
In het afgelopen jaar is er voor de onderzoekers van De Maurikkroniek toch weer het een en ander gebeurd, waar wij hieronder met vreugde melding van maken. Het is bepaald niet zo dat wij met de armen over elkaar zitten, nu er niet meer iedere drie maanden een Kroniek moet verschijnen. Veeleer is het zo, dat wij het werk dat wij nu doen, niet zouden hebben kunnen doen als wij het blad nog zouden moeten uitgeven! In de eerste plaats doelen we dan op het verwerken van wat er in “de doos” zit. In feite zijn het twee dozen: wij hebben allebei een doos met gegevens die nog een plaats moeten krijgen, zo mogelijk in een van de genealogieën en anders in het Onbekendenbestand (in de hoop dat zo’n gegeven later wel geplaatst kan worden). Daarnaast zijn we gefocust op het completeren van de gegevens en het wegwerken van onduidelijkheden in de diverse stambomen. Steeds belangrijker wordt evenwel wat er op Internet gepubliceerd wordt. En dan denken wij niet aan de Maurikgegevens van particulieren. Het is voor ons niet te doen die allemaal na te lopen. Bovendien, wat wij hebben bekeken, geeft in het algemeen geen reden tot vreugde: verkeerde data, verkeerde verbindingen, verouderde gegevens overgenomen uit de eerste jaargangen van De Maurikkroniek. Nee, wat door archieven en officiële instanties op Internet is gezet, dàt heeft onze belangstelling. Deze bestanden nemen steeds toe en het is de verwachting dat de digitalisering op de archieven in een stroomversnelling komt. Daardoor kunnen wij leuke gegevens aan de stambomen toevoegen. Hieronder leest u er meer over. In een vorige Nieuwsbrief hebben wij over de website met VOC-gegevens bericht; dat project is eerst in 1212 klaar. Ongetwijfeld zitten er nog nieuwe avontuurlijke Maurikken bij.
Onze website
Onze website: www.everyoneweb.com/maurikkroniek wordt geregeld bekeken en in het gastenboek hebben diverse naamgenoten vragen gesteld over hun afstamming. Met allen is inmiddels contact opgenomen.
Bezoek aan archieven
In 2009 werden de volgende archieven bezocht: het Utrechts archief (wij samen), het Gelders Archief 4x, het streekarchief KrommeRijngebied (wij samen). Veelal betrof het het nalopen van verschillen, maar ook onderzoek in notariële archieven, voor zover er een index was, vond plaats.
Burgerlijke stand
Evenals vorige jaren betrokken wij van het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag persoonslijsten van overleden naamgenoten in 2007. Alle gegevens konden worden ingepast.
Met recht kunnen we 16 april 2009 een heugelijke dag noemen voor het onderzoek in de burgerlijke stand in de Betuwe. Na onze reünie in Maurik in 1967 onderhielden we goede contacten met de gemeente. Dat resulteerde in een toestemming van 2 november 1970 om gegevens uit de burgerlijke stand van Maurik over te nemen. Het was een heel karwei dat meer dan twee dagen in beslag nam, maar toen hadden wij tot 1975 een hele massa aan familiegegevens. In diezelfde tijd hebben we veel gemeenten in de Betuwe bezocht met betrekking tot ons onderzoek, van Culemborg tot Tiel en van Arnhem tot Nijmegen.
Met ingang van 1 januari 1978 werd Buren met Zoelmond samengevoegd en per 1 januari 1999 werd de vergrote gemeente Buren samengevoegd met Maurik en Lienden. Het bracht ons op het idee om, met gebruikmaking van de brief van de burgemeester van Maurik uit 1970 aan de burgemeester van Buren te vragen of we van de gefuseerde gemeenten de geboorte- en huwelijksgegevens van naamgenoten mochten overnemen. En dat lukte, zodat we op 16 april 2009 in het gemeentehuis van Buren, dat in Maurik staat, konden beginnen met de geboorten en huwelijken van naamgenoten uit Maurik, Lienden, Buren, Beusichem en Zoelen, tot 1 januari 1999. Nagenoeg alle gegevens zijn inmiddels verwerkt. Al met al een welkome aanvulling.
Knipsels
De knipselverzameling omvat zes ordners met allerhande knipsels en familiedrukwerk. Er is nog één ordner met beeld-materiaal (foto’s en andere afbeeldingen), die nog in deze zes ordners moet worden ingevoegd. Wij hebben in het afgelopen jaar overigens weinig knipsels en familiedrukwerk ontvangen. Graag ontvangen wij in 2010 meer.
Ons Onbekendenbestand
Naamgenoten die wij niet (direct) kunnen plaatsen, brengen wij onder in een apart bestand in de computer, dat wij niet alleen op naam maar ook op woonplaats kunnen raadplegen. Op deze manier kunnen wij van tijd tot tijd gegevens overhevelen naar de desbetreffende stamboom.
Automatisering van stammen
Zoals wij in de vorige Nieuwsbrief al meldden zijn de stammen Barneveld, Beusichem-C, Brakel, Buren-E, Buren/Zoelmond, Zeist en Zoelmond-A afgerond en nu in de computer gebracht. Een heel karwei! De grote stam Buren-A vraagt nog naloopwerk.
Notariële archieven
Notariële archieven kunnen zeer interessante gegevens opleveren. In de 18e eeuw ging men veelvuldig naar een notaris, voor allerhande zaken. Het raadplegen van de akten is alleen te doen als er een index op is. Dan nog kost het doornemen van een akte veel tijd, vanwege de uitvoerigheid waarmee de notaris alles opschreef en nog veel meer tijd als de notaris slordig en met veel afkortingen schreef, wat vaak gebeurde. In september 1991 hebben wij een aantal notariële akten uit Utrecht doorgenomen en er aantekeningen uit gemaakt, maar dat ging heel langzaam. Ook bij volgende bezoeken aan dat archief hebben wij akten bekeken. Inmiddels is men in Utrecht bezig samenvattingen van het hele notariële archief voor 1811 op Internet te zetten. In februari en in juli 2009 hebben wij de samenvattingen betreffende naamgenoten die al op Internet staan, bekeken en de relevante gegevens overgenomen. Inmiddels hebben wij uit meer dan 500 akten de gegevens! Het project is nog niet afgerond, dus over 2 jaar hopen wij meer uit Utrecht te halen.
In Rotterdam is een soortgelijk project gestart, nog maar net. Minder dan 9 akten waren voor ons interessant, maar het begin is er. Wij weten dat er in Rotterdam een bulk akten betreffende naamgenoten zijn, dus er is daar voor ons nog veel te oogsten. Schiedam is eveneens net begonnen. Amsterdam heeft zeer veel notarieel, maar daar gebeurt nog niets. Voor Den Haag geldt hetzelfde. Jammer, want zo missen we veel naamgenoten.
Een gemeenteraadsverkiezing in 1795
Op 27 augutus1795 werd in Zevenbergen na klokgelui door R. van Mourik een stuk voorgelezen, waarin werd verklaard dat de gemeenteraad het vertrouwen van de burgerij had verloren en dat daarom nieuwe personen moesten worden gekozen. In de vergaderzaal kwam het tot een handgemeen, waarbij R. van Mourik het lid Gerolt bij de keel greep. Onze naamgenoot (stam Asperen) werd tot secretaris gekozen. (Ons Voorgeslacht 1952, p. 55)
Uit de oude doos
Een militaire expeditie in 1872 - In het Nationaal Archief in Den Haag bevindt zich onder “Cultuurstelsel” een verslag van een militaire expeditie naar Celebes van majoor H.F.Meijer aan de Gouverneur-Generaal. Er is daar een opstand uitgebroken. Hieronder volgt een verkorte weergave.
“Ik liet daarop den stormmarsch blazen om te trachten de versperringen op te ruimen. Met de looppas ging daarop de linie vooruit, doch op ongeveer 50 pas van de versterking gekomen, zag ik haar aarzelen en enkele manschappen omkijken. Zij werden van af de rechts gelegen rotsen uit de flank en in den rug beschoten en vermeenden dat dat vuur van hunne eigene kameraden kwam. Ik spoedde mijzelf daarop naar voren, plaatste eene sectie inlanders in de rechterflank en geweerschutters met last om op de daar liggende zwaar begroeide hoogtens haar vuur te richten. De hoornblazer in mijne nabijheid liet ik nogmaals stormmarsch blazen en onder mijn uitroep “Voorwaarts mannen, we zijn het doel nabij.”Nauwelijks had ik deze woorden geuit of ik ontving een kogelschot in mijn linkerbeen. Gelukkig kon ik mij staande houden en moedigde de officieren en manschappen aan om voort te gaan. Met moeite baanden zij zich een weg door eene verhouting van jonge bamboe, doch naauwelijks hadden zij eenige passen daarin voorwaarts gedaan, of daar viel luitenant Jan Mourik door twee schoten getroffen. Kort daarna werd ook luitenant Loomeijer gewond; in mijne nabijheid zag ik den europese fuselier Glijts neervallen door een schot vlak door het voorhoofd getroffen, een ander ontving een doodelijk schot in den mond, den fuselier Bartelink werd een vinger afgeschoten en bijna alle anderen ingelijks gewond. De inlandse fuselier Nas sneuvelde binnen de omheining. Daarop ontstond weifeling onder de troep; ik zag dat verder doordringen onmogelijk was, en hoe dicht ook het doel genaderd, hoe ongaarne er ook toe overgaande, moest ik wel het bevel tot retireren geven. Dat terugtrekken geschiedde in geregelde orde, doch het medevoeren der gewonden maakte het onmogelijk om de gesneuvelden ook nog achterwaarts te brengen. Deze drie in getal: twee europese en een inlandse fuselier, moesten helaas worden achtergelaten. De aanval op Bara Batoemé was dus mislukt, Excellentie; wij hadden gestormd niet tegen een overmagtigen en zichtbaren vijand, maar tegen vuur en verderf brakende rotsblokken, waarachter onze tegenstanders zich meesterlijk hadden versterkt en tegen alle vuur waren gedekt. Zelfs de best aangebrachte granaatworpen brachten het vijandelijk vuur niet tot zwijgen of zelfs tot vermindering.”