NIEUWSBRIEF nr. 9
januari 2012
gironummer: 3609667 t.n.v. penningmeester
De Maurikkroniek, Den Haag
Van de redactie
Als eerste een oproep aan u, ons niet te vergeten bij uw donaties. Wij zijn bij onze werkzaamheden volledig afhankelijk van de meelevendheid, ook financieel, van onze donateurs. Wij hebben weliswaar een buffertje, maar daarop teren wij in. Wij willen de toekomst graag veiligstellen. Daarom staat het gironummer van onze stichting hierboven vet afgedrukt.
Zoals u tevens ziet, hebben wij een andere website. De oude website was onoverzichtelijk en eigenlijk ouderwets. Bovendien was reclame prominent aanwezig. De inhoud van de website is min of meer gelijk gebleven, maar is overzichtelijk geordend; het loont de moeite eens te gaan kijken. Wij zijn er erg tevreden over. Van de gelegenheid hebben wij gebruik gemaakt om de naam van de website te wijzigen. Na zoveel jaar is verwijzing naar De Maurikroniek niet meer relevant; het “adres“ van de website is nu ook vereenvoudigd. Het is verheugend te constateren, dat deze website door veel meer mensen wordt bezocht dan de vorige. Sommigen nemen de moeite om alles te lezen – dat zijn dus de zeer geïnteresseerden.
Bezoek aan de archieven
Het Gelders Archief in Arnhem is vier keer bezocht. Het betrof naloopwerk en een onderzoek naar de R.K. dopen en trouwen in de Betuwe. Het Centraal Bureau in Den Haag werd eenmaal bezocht evenals het archief in Leeuwarden.
Nu er steeds meer bronnen door archieven op Internet worden gezet, is de noodzaak van archiefbezoek afgenomen. Thuis achter de computer zijn vele bronnen te raadplegen en het worden er steeds meer. Onnodig te zeggen, dat wij van wat anderen aan Maurikgegevens op Internet zetten, slechts zelden gebruik maken. Wij hechten namelijk aan betrouwbaarheid.
Burgerlijke Stand
In 2011 hebben wij van het Centraal Bureau voor Genealogie 51 persoonslijsten van in 2009 overleden naamgenoten gekocht. Wederom konden alle gegevens worden verwerkt.
Aangehuwdenbestand
Diverse mutaties en aanvullingen konden worden verwerkt. Het is een uniek bestand: in een oogopslag kan worden nagegaan wie in welke stam thuishoort.
Onbekendenbestand
Dit bestand omvat momenteel 879 gegevens van dopen, trouwen, begraven of anderszins van naamgenoten die we niet kunnen plaatsen. We willen deze gegevens toch paraat houden in geval van eventuele inpassing.
Automatisering van stammen
In 2011 werden de stammen Lienden, Montfoort, Neerijnen en Werkhoven-C in ons Gens Data Pro systeem opgenomen. De stam Zuidelijk Utrecht werd opgenomen in de stam Werkhoven-C. Momenteel is de stam Tiel in bewerking.
N.B. Op blz. 2 van de vorige Nieuwsbrief is een fout geslopen: de stam Zoelmond-B moet zijn Zoelmond/Buren.
In die vorige Nieuwsbrief hebben wij een overzicht gegeven van de tot dan geautomatiseerde stammen. Mogelijk zult u verbaasd gekeken hebben naar een opsomming als bij Asch (6 stammen) en Zoelmond (7 stammen. Zoveel verschillende stammen in zulke kleine dorpen? Volgens het Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden van A.J. van der Aa woonden omstreeks 1840 in Asch zo’n 250 personen en in Zoelmond 480. In de eeuw daarvoor zullen dat er beslist niet meer zijn geweest, mogelijk zelfs minder. Het antwoord op de vraag is: gezien het geringe inwonersaantal is er zeer waarschijnlijk zowel in Asch als in Zoelmond sprake van maar een enkele stam, maar dat is niet bewijsbaar, aangezien de bronnen pas laat beginnen. Dat er nog nieuwe gegevens zullen opduiken, is nauwelijks te verwachten.
Van Amsterdam hebben wij eveneens 7 stammen in ons bestand. Dat heeft te maken met de immigratiestroom uit andere delen van het land. Vele personen van het platteland vestigden zich in de hoofdstad in de hoop op een beter bestaan. Meestal bleef het bij die hoop. Mensen die afkomstig waren uit Maurik namen als familienaam de naam van hun geboortedorp aan. Dat zij op de een of andere wijze aan elkaar verwant waren, is aannemelijk, maar evenmin te bewijzen. In het hoofdstukje “Wat is er nog meer te vinden?”gaan we hier nader op in.
Wat is er nog meer te vinden?
Als we geluk hebben, kunnen we onze genealogie terugvoeren naar ons stamdorp Maurik. De genealogen van De Maurikkroniek hebben dat voor een aantal naamgenoten kunnen doen. Maar in 1637 houden de doop- en ondertrouwboeken op. Via de leenregisters van Culemborg valt soms echter nog wat dieper de historie in te duiken: beleningen blijven meestal in de familie. En dan? We kunnen er van uitgaan, dat er tussen vele families in het middeleeuwse Maurik bloedbanden hebben bestaan. Het genealogisch onderzoek in de doop- en ondertrouwboeken hebben dat voor de 17e eeuw aangetoond en voor de middeleeuwen zal het niet anders zijn. Onze aandacht kan dus, als wij met onze directe voorouders niet verder komen, gericht worden op personen van wie wij het idee hebben dat ze familie zijn. Op deze wijze komen wij te weten over de leefomstandigheden van die onvindbare voorouders.
Hoewel Maurik in de Neder-Betuwe geen onbeduidende woonkern was, was het inwonersaantal niet groot. Bij de eerste volkstelling, van 1795, werden 701 inwoners geteld; alleen Lienden was met 806 inwoners groter. Hoe dat was in vorige eeuwen, is niet na te gaan, maar er zijn wel aanwijzingen. Als aan het einde van de 10e eeuw de nederzetting Maurik wordt gesticht, zal dit dorp, net als de andere dorpen in de omgeving, uiterst bescheiden van omvang zijn geweest. De belastinglijsten van de hertogen van Gelre uit de 14e eeuw onderschrijven dit: per dorp in de Neder-Betuwe werden vaak maar een tiental personen aangeslagen, zij het dat het hier om de bovenste laag van de bevolking ging. Van eenvoudige mensen viel natuurlijk niets te halen.
De personen die we in de 15e en 16e eeuw in de leenregisters aantreffen, dragen soms de namen van hen die we bij de belastinglijsten uit de 14e eeuw hebben aangetroffen, vaak van afkomst riddermatigen. Daarnaast zijn het gegoede boeren. Dat was de bovenste bevolkingslaag: hun gemeenschappelijk belang was land en dus geld. De 17e- eeuwse registers laten zien dat men in deze groep een huwelijkspartner zocht. Zo bleef het bezit bewaard.
De andere groep bestond uit ambachtslieden en keuterboeren, die te weinig land hadden om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Zij verhuurden zich dus als seizoenarbeider bij de grote boeren. Zij komen in de bronnen zeer spaarzaam voor. Wie Van Maurik heet, zal wel een voorvader uit deze groep hebben, het zijn de emigranten van eind 17e en 18e eeuw, die in Maurik het hoofd niet meer boven water konden houden. Door misoogsten en andere rampen murwgeslagen, trokken zij in westelijke richting, bleven soms in de buurt maar trokken meestal verder, naar het rijkere Holland, dat een luilekkerland scheen, maar het meestal niet was. Dat bij voorbeeld omstreeks 1750 alle leden uit een gezin zich in Delft en Rijswijk vestigden, spreekt duidelijke taal.
Wat is er dan nog meer te vinden? Het zou de moeite lonen, alle kleine luiden uit de 17e eeuw in kaart te brengen. De levensomstandigheden en het milieu waarin de niet-gevonden voorouders geleefd hebben, wordt zo duidelijk. Wat wij gevonden en verzameld hebben, kan de basis van een dergelijk onderzoek vormen.
Nieuws uit Maurik
In de lente van 2011 is een begin gemaakt met de aanleg van een verbindingsweg tussen het industrieterrein Doejenburg en de N 223. Daarbij werd het terrein van een kasteelachtige boerderij geraakt, de Homoetse Bouwing, die in 1947 is afgebrand. Bij een opgraving werd de gracht gevonden met houten palen die de brug hebben gedragen. Onder een van die palen kwam een hondekop uit de 14e eeuw te voorschijn; het moet gezien het afgesleten gebit een oud beestje zijn geweest. Ook de stenen kamer is gevonden, gezien het formaat van de stenen dateert die eveneens uit de 14e eeuw. Er zijn veel scherven en nog meer botresten opgegraven, er is duidelijk heel veel geslacht op deze boerderij.
Voordat een begin werd gemaakt met de uitbreiding van het industrieterrein is er een opgraving geweest, waarbij een Romeins grafveld ontdekt werd. Voor zover bekend zijn er een stuk of tien crematiegraven gevonden, met enkele grafgiften.Voor deze uitbreiding moesten de voetbalvelden en de tennisbaan wijken, elders werd vervangende ruimte gevonden.
De bibliobus rijdt met ingang van 1 januari 2012 niet meer in de gemeeente Buren. Kinderen van de brede school in Maurik hebben op 4 november hiertegen geprotesteerd – op de t.v. is hier aandacht aan besteed. De subsidie stopt in het kader van de bezuinigingen. Buren is daarmee de eerste gemeente in Nederland die geen bibliotheekvoorzieining meer heeft. De gemeente is ook in het nieuws geweest omdat de leges een van de hoogste in Nederland zijn.
In december verscheen het eerste nummer van een nieuw 14-daags blaadje voor Maurik, met uitgebreid nieuws uit het dorp, verenigingsnieuws en interviews met inwoners. Dorpsbelang Maurik heeft de redactie op zich genomen.
A.J.G.Hogendoorn, Maurik
januari 2012
gironummer: 3609667 t.n.v. penningmeester
De Maurikkroniek, Den Haag
Van de redactie
Als eerste een oproep aan u, ons niet te vergeten bij uw donaties. Wij zijn bij onze werkzaamheden volledig afhankelijk van de meelevendheid, ook financieel, van onze donateurs. Wij hebben weliswaar een buffertje, maar daarop teren wij in. Wij willen de toekomst graag veiligstellen. Daarom staat het gironummer van onze stichting hierboven vet afgedrukt.
Zoals u tevens ziet, hebben wij een andere website. De oude website was onoverzichtelijk en eigenlijk ouderwets. Bovendien was reclame prominent aanwezig. De inhoud van de website is min of meer gelijk gebleven, maar is overzichtelijk geordend; het loont de moeite eens te gaan kijken. Wij zijn er erg tevreden over. Van de gelegenheid hebben wij gebruik gemaakt om de naam van de website te wijzigen. Na zoveel jaar is verwijzing naar De Maurikroniek niet meer relevant; het “adres“ van de website is nu ook vereenvoudigd. Het is verheugend te constateren, dat deze website door veel meer mensen wordt bezocht dan de vorige. Sommigen nemen de moeite om alles te lezen – dat zijn dus de zeer geïnteresseerden.
Bezoek aan de archieven
Het Gelders Archief in Arnhem is vier keer bezocht. Het betrof naloopwerk en een onderzoek naar de R.K. dopen en trouwen in de Betuwe. Het Centraal Bureau in Den Haag werd eenmaal bezocht evenals het archief in Leeuwarden.
Nu er steeds meer bronnen door archieven op Internet worden gezet, is de noodzaak van archiefbezoek afgenomen. Thuis achter de computer zijn vele bronnen te raadplegen en het worden er steeds meer. Onnodig te zeggen, dat wij van wat anderen aan Maurikgegevens op Internet zetten, slechts zelden gebruik maken. Wij hechten namelijk aan betrouwbaarheid.
Burgerlijke Stand
In 2011 hebben wij van het Centraal Bureau voor Genealogie 51 persoonslijsten van in 2009 overleden naamgenoten gekocht. Wederom konden alle gegevens worden verwerkt.
Aangehuwdenbestand
Diverse mutaties en aanvullingen konden worden verwerkt. Het is een uniek bestand: in een oogopslag kan worden nagegaan wie in welke stam thuishoort.
Onbekendenbestand
Dit bestand omvat momenteel 879 gegevens van dopen, trouwen, begraven of anderszins van naamgenoten die we niet kunnen plaatsen. We willen deze gegevens toch paraat houden in geval van eventuele inpassing.
Automatisering van stammen
In 2011 werden de stammen Lienden, Montfoort, Neerijnen en Werkhoven-C in ons Gens Data Pro systeem opgenomen. De stam Zuidelijk Utrecht werd opgenomen in de stam Werkhoven-C. Momenteel is de stam Tiel in bewerking.
N.B. Op blz. 2 van de vorige Nieuwsbrief is een fout geslopen: de stam Zoelmond-B moet zijn Zoelmond/Buren.
In die vorige Nieuwsbrief hebben wij een overzicht gegeven van de tot dan geautomatiseerde stammen. Mogelijk zult u verbaasd gekeken hebben naar een opsomming als bij Asch (6 stammen) en Zoelmond (7 stammen. Zoveel verschillende stammen in zulke kleine dorpen? Volgens het Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden van A.J. van der Aa woonden omstreeks 1840 in Asch zo’n 250 personen en in Zoelmond 480. In de eeuw daarvoor zullen dat er beslist niet meer zijn geweest, mogelijk zelfs minder. Het antwoord op de vraag is: gezien het geringe inwonersaantal is er zeer waarschijnlijk zowel in Asch als in Zoelmond sprake van maar een enkele stam, maar dat is niet bewijsbaar, aangezien de bronnen pas laat beginnen. Dat er nog nieuwe gegevens zullen opduiken, is nauwelijks te verwachten.
Van Amsterdam hebben wij eveneens 7 stammen in ons bestand. Dat heeft te maken met de immigratiestroom uit andere delen van het land. Vele personen van het platteland vestigden zich in de hoofdstad in de hoop op een beter bestaan. Meestal bleef het bij die hoop. Mensen die afkomstig waren uit Maurik namen als familienaam de naam van hun geboortedorp aan. Dat zij op de een of andere wijze aan elkaar verwant waren, is aannemelijk, maar evenmin te bewijzen. In het hoofdstukje “Wat is er nog meer te vinden?”gaan we hier nader op in.
Wat is er nog meer te vinden?
Als we geluk hebben, kunnen we onze genealogie terugvoeren naar ons stamdorp Maurik. De genealogen van De Maurikkroniek hebben dat voor een aantal naamgenoten kunnen doen. Maar in 1637 houden de doop- en ondertrouwboeken op. Via de leenregisters van Culemborg valt soms echter nog wat dieper de historie in te duiken: beleningen blijven meestal in de familie. En dan? We kunnen er van uitgaan, dat er tussen vele families in het middeleeuwse Maurik bloedbanden hebben bestaan. Het genealogisch onderzoek in de doop- en ondertrouwboeken hebben dat voor de 17e eeuw aangetoond en voor de middeleeuwen zal het niet anders zijn. Onze aandacht kan dus, als wij met onze directe voorouders niet verder komen, gericht worden op personen van wie wij het idee hebben dat ze familie zijn. Op deze wijze komen wij te weten over de leefomstandigheden van die onvindbare voorouders.
Hoewel Maurik in de Neder-Betuwe geen onbeduidende woonkern was, was het inwonersaantal niet groot. Bij de eerste volkstelling, van 1795, werden 701 inwoners geteld; alleen Lienden was met 806 inwoners groter. Hoe dat was in vorige eeuwen, is niet na te gaan, maar er zijn wel aanwijzingen. Als aan het einde van de 10e eeuw de nederzetting Maurik wordt gesticht, zal dit dorp, net als de andere dorpen in de omgeving, uiterst bescheiden van omvang zijn geweest. De belastinglijsten van de hertogen van Gelre uit de 14e eeuw onderschrijven dit: per dorp in de Neder-Betuwe werden vaak maar een tiental personen aangeslagen, zij het dat het hier om de bovenste laag van de bevolking ging. Van eenvoudige mensen viel natuurlijk niets te halen.
De personen die we in de 15e en 16e eeuw in de leenregisters aantreffen, dragen soms de namen van hen die we bij de belastinglijsten uit de 14e eeuw hebben aangetroffen, vaak van afkomst riddermatigen. Daarnaast zijn het gegoede boeren. Dat was de bovenste bevolkingslaag: hun gemeenschappelijk belang was land en dus geld. De 17e- eeuwse registers laten zien dat men in deze groep een huwelijkspartner zocht. Zo bleef het bezit bewaard.
De andere groep bestond uit ambachtslieden en keuterboeren, die te weinig land hadden om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Zij verhuurden zich dus als seizoenarbeider bij de grote boeren. Zij komen in de bronnen zeer spaarzaam voor. Wie Van Maurik heet, zal wel een voorvader uit deze groep hebben, het zijn de emigranten van eind 17e en 18e eeuw, die in Maurik het hoofd niet meer boven water konden houden. Door misoogsten en andere rampen murwgeslagen, trokken zij in westelijke richting, bleven soms in de buurt maar trokken meestal verder, naar het rijkere Holland, dat een luilekkerland scheen, maar het meestal niet was. Dat bij voorbeeld omstreeks 1750 alle leden uit een gezin zich in Delft en Rijswijk vestigden, spreekt duidelijke taal.
Wat is er dan nog meer te vinden? Het zou de moeite lonen, alle kleine luiden uit de 17e eeuw in kaart te brengen. De levensomstandigheden en het milieu waarin de niet-gevonden voorouders geleefd hebben, wordt zo duidelijk. Wat wij gevonden en verzameld hebben, kan de basis van een dergelijk onderzoek vormen.
Nieuws uit Maurik
In de lente van 2011 is een begin gemaakt met de aanleg van een verbindingsweg tussen het industrieterrein Doejenburg en de N 223. Daarbij werd het terrein van een kasteelachtige boerderij geraakt, de Homoetse Bouwing, die in 1947 is afgebrand. Bij een opgraving werd de gracht gevonden met houten palen die de brug hebben gedragen. Onder een van die palen kwam een hondekop uit de 14e eeuw te voorschijn; het moet gezien het afgesleten gebit een oud beestje zijn geweest. Ook de stenen kamer is gevonden, gezien het formaat van de stenen dateert die eveneens uit de 14e eeuw. Er zijn veel scherven en nog meer botresten opgegraven, er is duidelijk heel veel geslacht op deze boerderij.
Voordat een begin werd gemaakt met de uitbreiding van het industrieterrein is er een opgraving geweest, waarbij een Romeins grafveld ontdekt werd. Voor zover bekend zijn er een stuk of tien crematiegraven gevonden, met enkele grafgiften.Voor deze uitbreiding moesten de voetbalvelden en de tennisbaan wijken, elders werd vervangende ruimte gevonden.
De bibliobus rijdt met ingang van 1 januari 2012 niet meer in de gemeeente Buren. Kinderen van de brede school in Maurik hebben op 4 november hiertegen geprotesteerd – op de t.v. is hier aandacht aan besteed. De subsidie stopt in het kader van de bezuinigingen. Buren is daarmee de eerste gemeente in Nederland die geen bibliotheekvoorzieining meer heeft. De gemeente is ook in het nieuws geweest omdat de leges een van de hoogste in Nederland zijn.
In december verscheen het eerste nummer van een nieuw 14-daags blaadje voor Maurik, met uitgebreid nieuws uit het dorp, verenigingsnieuws en interviews met inwoners. Dorpsbelang Maurik heeft de redactie op zich genomen.
A.J.G.Hogendoorn, Maurik