§ 1 – samenhangende gegevens (Aelberts/Deys, van Angeren/van Zetten/Verwey, van Deventer, Hac, Roelophs)
Aelberts/Deys
Broers:
1. JAN AELBERTS, leenman van Culemborg 1488, dood in 1506 (Arch. Heeren en
Graven van Culenborch 4782/296).
2. Doeys Aelberts, volgt II.
II DOEYS AELBERTS, leenman in 1506, dood in 1531.
Hieruit:
III JAN DEUS VAN MOURICK, leenman 1531/1548.
Hieruit:
IV DIERICK JANSZ DEYSZ, na opdracht door zijn vader leenman 1548,1556,1570-1573, dood in 1601, tr. Janna Jansdr.
Hieruit:
V DIERICK DIERICKS DEYS, jongste zoon, na opdracht door zijn vader leenman
1573,1601, dood in 1613.
Hieruit:
VI JOOST DIRXSEN, tr. Margriet Verhuet, vermeld 1633 (Prot. Van Bezw. 203, nr.253), leenman na overl. van zijn vader 1613 (-1626). In 1650,1651,1652 getuige bij dopen als Joost Dircks Deys.
Waarschijnlijke kinderen:
1. Bart Joosten Deys, overl. voor 1656, tr. Maurik 27.10.1650 Elisabeth Theunis/Thomas, j.d. van Ingen. Twee dochters in Maurik: 1651 en 1653.
2. Jan Joosten Deys, tr. Maurik maart 1656 Elisabeth Jacobs Vereem, d. van Zoelmond. Twee kinderen: 1657 en 1670.
3. Niesken Deys, getuige in 1657 bij nr 2.
4. Jeriphaes Deys. Kinderen: 1659,1661,1663,1666,1669.
Van Angeren/van Zetten/Verwey (uitvoeriger: zie Van Angeren)
Uitgangspunt: Meynen van Duvens hofstede en een waard daaraan grenzend (mogelijk dezelfde als 4 morgen bij de Perrickstraat te Maurik).Dat de hieronder vermelde personen DOYS als familienaam VAN ANGEREN dragen, is (met uitzondering van I) tot heden alleen af te leiden uit het regest 135 uit het GA Tiel, 1847.
In het archief van de Heren en Graven van Culemborg komen zij alleen onder DOYS voor.
IIa DIRCK DOYS VAN ANGEREN, leenman voor 1453 (AHGC 4782 fol. 63). De datum is nader te preciseren met behulp van AHGC 1788 fol. 90: op 2.3.1423 was hij belender van 4 hont op Die Slage. Dirk van Angeren komt voor op de lijst van personen die in 1442 tot het verbond van 1436 toetraden (W.van Loon: Groot Gelders Placaatboek, deel 2, geciteerd in J.M.van Winter: Ridderschap, Pl.app.191.
Hieruit:
1.Yoest Doys, belender van 1 1/2 morgen aan de dijk (Oude Weide) voor 1422, (4782 fol. 44), belender in Eck 1436.
2.Mery Doys, zuster van Yoest, belender in Eck 1436, leenman van Meynen van Duvens hofstede 6.1.1453-6.1.1462, overl. 1462/8, tr. Henric Doys van Mouderic.
IIb JOHAN DOYS, 2.6.1453: “hofstede van Johan Doys genaamd De Geren, drie oude schilden (AHGC fol. 69v,70,80).
Hieruit:
III OTTE DOYS JOHANSZ VAN ANGEREN, tr. Ulant. Leenman v.a. 5.8.1462. Zijn erfgename (mogelijk zijn dochter) is:
IV DERICK DOYS = DYRCKGEN DEYUS VAN ANGEREN, leefde 1480, tr. Goossen van Setten. Met haar zoon Herberen van Setten heeft zij een vicarie in de St.-Maartenskerk te Tiel gefundeerd, waarvan Oth Deys van Zetten, pastoor tot Cothen, eigenaar is geweest.
Hieruit:
V HERBEREN VAN SETTEN, leenman 17.8.1480, tr. Margriet.
In 1986 werd op het voormalige kerkhof bij de kerk te Maurik een grafkruis gevonden van hem en zijn vrouw. Een dochter of kleindochter zal zijn:
VI WILHELMA VAN ZETTEN, wapen: drie rijstakjes (GA Tiel, reg. 135, 1847), leenman 17.4.1570 na overlijden van heer Oth Deys, pastoor van Cothen. Zij was in 1567 getrouwd met Albert Wilhems.
Hieruit:
VII GOOSSEN ALBERTS, leenman 29.12.1570, dood in 1603.
Hieruit:
VIII AELBERT VAN SETTEN, leenman 26.4.1603, dood 29.4.1680, tr. Maria van Hattem.
Hieruit:
1. Wilhelmina van Setten ) samen leenman
2. Aelbertken van Setten, volgt IX ) 29.4.1608
IX AELBERTKEN VAN SETTEN, dood in 1630, tr. Albert Verwey, die hertr. Maurik 22.4.1638 (won. toen Amerongen) Hadewich Wtenweerde, j.d., geb. Maurik.
Hieruit:
Willemken Verwey Aelbertsdr., leenman 19.12.1636. In doop-/trouwboek van Maurik zijn geen gegevens over haar te vinden.
Van Deventer
I EVERT HENRICKS VAN DEVENTER, ORA Neder-Betuwe, invent.nr. 109 Gerichts-signaten Bank van Kesteren, v.a. 1635 (zo maar wat gebladerd):
fol. 193v: Arndt Vygh spreekt aan Evert Henricks van Deventer voor 25 goldgld;
fol. 194: Jan Toenis, molenaarsknecht, spreekt aan Evert Henricks van Deventer voor 30 gld;
fol. 194v: Evert Henricks van Deventer als erfgenaam van Adriaentgen Petersdr x Henrick Jacobs spreekt aan Roeloff Geridts.
fol. 203v: Evert Henricks van Deventer, verweerder, contra de ambtman;
fol. 204v: Jan Toenis contra Evert Henricks van Deventer, verweerder. De verweerder wordt veroordeeld.
Hij komt ook voor in de klappers op de signaten van bezwaar 1660-1740, p. 126 en 134.
Verponding 1650: Evert van Deventer, nr 86, Evert Henrickse nr 23, 87, Evert Henrickse van Deventer nr 170.
Getuige in 1643 bij Jan Dircks van Deventer, in 1644 en 1651 bij Henrick van Deventer, in 1651 bij Jan van Deventer.
Tr. 1e: Jacobken Henricks; tr. 2e (als wednr. Evert Henricksen) Maurik 15.8.1641 Sijtken Jans, wed. van Jan Roelophs.
Uit het 1e huwelijk:
II HENRICK EVERTSEN VAN DEVENTER, verponding 1650 nr 37, 55, als Henrick Evertse nr 86,94, tr. als j.m. van Maurik 1e: ald. 29.1.1643 Aelken Adriaensen, j.d. van Maurik; tr. 2e: ald. 24.5.1656 Geertien Claes, j.d. van Avesaet. Hij was op 9.2.1654 getuige bij een dochter van Henrick Adriaens.
Uit het 1e huwelijk (allen gedoopt te Maurik):
1. Jacobken 16.6.1644, getuigen Evert van Deventer, Maritken Verbrugge en Janneken Guerts.
2. Thuenken 25.10.1646 ("dochter van Henrick Everts"), getuige Maria Adriaens, (die tr. Maurik 21.8.1642 Hubert Verbrugge), overl. voor 1677, tr. Maurik 6.5.1666 Everhardt Jansen (zie “Aalst”).
3. Jan 10.2.1648, getuigen Adriaen Jan Mertens (die in 1649 ook getuige was bij Henrick Adriaens) en Sijtken Everts. Omslag Polder Maurik 1684 f 0.18.0, maar niet in Omslag Polder Maurik 1713. Komt voor in 1693 bij de slootgravers. Tr. 1e: Maurik 19.3.1676 Thuentjen Henricks, j.d. van Maurik; tr. 2e: ald. 15.11.1682 als weduwnr. Lysbet Jans van Ginkel, j.d. van Ingen.
4. Adriaenken 6.4.1651, getuigen Evert van Deventer en Maeijken Hendericks. Zij was getuige in 1701. Uit haar onecht: ongenoemd kind, ged. 27.9.1696.
Uit het 2e huwelijk:
5. Evert 8.6.1656, getuige Maritken Adriaens.
6. Aaltijn 31.10.1658, getuige Marij Adriaens.
7. Claes 22.1.1660, getuige Neeltjen Peters.
8. Jacobgen 12.1.1662, getuige Neelgen Claes.
9. Petrus 7.2.1664 en ) getuigen
10 Wijntgen 7.2.1664 ) Maritken Claes en Fijtgen Peters.
11 Adriaentgen ("d. van Henrick Everts") 4.3.1666, getuige Neeltgen Claes.
Hoort hierbij ook?: CORNELIS EVERTS, j.m. van Maurik, otr. Lienden 14.11.1647 Lijsbeth Jans, j.d. tot Aalst.
HAC
AART (GOOSSEN??) HAC
Hieruit:
a. Anthonis Zij zijn over en weer bij elkaar doopgetuige.
b. Elisabeth Dat geldt niet voor Elisabeth!
c. Aalken Waarom? Overleden?
d. Berent Of verhuisd naar Wijk bij Duurstede?
e. Maria
f. Geertken
g. Janneken
ANTHONIS AARTS HAC,, overl. 1655/1660 (...11.1.1661 noordwaarts de kinderen van Theunis Aertsen Hack - Register leenaktenboeken Gelre-Nijmegen). Hij was getuige: 1638 bij Wilhem de Cemp (overl. voor 1675), 1640,42,49 bij Berent Aarts Hac, 1646,51 bij Adriaen Wilhems (= de Leeuw), 1647 bij Gerrit Henricks (= van Maurijck), 1647,50,53 bij Frans Cornelis Udo, 1655 Dirck de Kemp. Hij prom. 21.2.1648 aan Catharijn Stevensdr 100 gld c.i. uit 1 morgen bouwland in de Menten (RANB 203,nr 535, fol.91). Tr. Petronella de Cemp Jansdr, die hertr. 6.11.1664 Herman Wttenweerde, wednr, scholtus van Maurik en Eck. Anthonis Aerts Hacx weduwe, Nelleken de Kemp, heeft schuldig bekend aan Jan van Wijck 188 gld, akte van afrekening van 25.4.1664 en belooft interesse. Verbindende daarvoor een weerdje met fruitbomen op Maurik, ten Z de bandijk. Geregistreerd 6.6.1664.(Prot.v.Bezw. invent.nr.203, fol.1168)
Hieruit (allen gedoopt Maurik):
1. Aart 4.6.1637, otr. 4.12.1664 Maeijken Cornelis, j.d. van Rijswijk. Hij pacht de Middelweert voor 255 gld.
2. Albertken 29.9.1639, getuigen Wilhem de Cemp en twee zusters van Anthonie Aerts.
3. Goossen 7.11.1641, getuigen Wilhem Henricks en Dirck de Cemp.
4. Herman 22.7.1649, getuigen Gerrit Cornelis Udo en Elisabeth de Cemp
5? Jan Thuenis Hack, otr. 11.2.1666 Judith Henricks Der Gand, beiden van Maurik.
AALKEN AARTS HAC, overl. voor 11.11.1649, tr. 1e: 19.11.1643 Jasper Aartsen Wtenweerde, j.m.; tr. 2e: als wed. van Jasper Aarts 26.4.1646 Gerrit Henricksen (ook genaamd Gerrit Henricksen van Maurijck), j.m. van Maurik, rijdende onder de compagnie van de heer van Doreweert. 15.5.1646: Zij lijftochten elkaar met al hun bezit onder Maurik gelegen. (Vrijw.Rechtspr.Neder-Betuwe nr.168, fol.126) Aalken was in 1646 en 1649 getuige bij Adriaen Wilhems (= de Leeuw).
BERENT AARTSEN HAC, prom. 21.2.1648 aan Catharijn Verbrugh Stevensdr 200 gld c.i. uit huis, hofstad en bouwland in Nederwijkermaat (RANB 2003 nr 536, fol.91), tr. Maurik 2.12.1638 Beatris Claes van der Eem, j.d.
Hij was in 1648 getuige bij Frans Cornelis (Udo) en in 1649 bij Adriaen Wilhems.
Hieruit (allen gedoopt Maurik):
1. Aart 22.3.1640, Omslag Polder Maurik 1684 f 0.11.8, zie het proces voor de bank van Kesteren contra Henrick Jacobs van Camphoff, 1688.
2. Nicolaus 11.4.1642.
3. Anneken 21.7.1644, getuige Adriaen Wilhems de Leeuw. Zij otr. Maurik 4.10.1674 Wilhem Cornelis, ged. ald. 9.10.1642 (=IIIb van “Buren/Zoelmond”)
4. Dirxken 25.10.1646, getuige Gerrit Cornelis Udo en Wilhemken de Cemp.
5. Goossen 21.1.1649.
MAEIJKEN/Maria AARTS (HAC), getuige in 1645 bij Adriaen Wilhems (= de Leeuw), 1647 bij Gerrit Henricks, 1648,50,52 bij Frans Cornelis (= Udo), 1651 bij Olivier Cornelis (= Udo), tr. 1e: 2.5.1641 Wilhem Henricksen, j.m. van Maurik, otr. 2e: 10.11.1644 Gerrit Cornelis Udo, j.m. van Maurik. Zij was een zuster van Janneken.
GEERTKEN AARTS HAC, j.d., otr. Maurik 11.2.1644 Adriaen Wilhemsen de Leeuw, j.m. Getuige in 1655 bij Frans Cornelis, idem in 1658 bij Frans Cornelis Udo, kennelijk dezelfde persoon.
JANNEKEN AARTS HAC, otr. Maurik 2.2.1645 Frans Cornelis Udo, j.m. van Maurik, tr. 25.11.1649 als weduwe van Aart Jordens Vinck (zo staat het inderdaad in het trouwboek), won. op Santdijk (Tiel) Merten Gerritsen, j.m. van Ommeren, won. Maurik. Zij wordt vermeld als zuster van Maria Hac. Zij was getuige in 1642 bij Wilhem Henricks, in 1646 en 1649 bij Gerrit Cornelis Udo, in 1649 en 1651 bij Adriaen Wilhems (de Leeuw), in 1649 bij Berent Aarts Hac, in 1654 bij Olivier Cornelis Udo.
ELISABET AARTS HAC, j.d. van Maurik, tr. 21.1.1637 Jan Jansen van Nimmegen, wednr. van Fransken Thuenis, won. tot Wijk.
UDO
Zie de genealogie van 30 pagina’s van Jan Hogendoorn en de fragment-genealogie (Rijswijk) van Wilfried Ahoud (1989). De romeinse cijfers verwijzen naar de opstelling van Jan Hogendoorn.
Vb CORNELIS JANS UDO, geb. ca. 1580, tr. Maryken Oliphiers. Was hij op 30.4.1624 belender op Santwijk? (RANB 203 nr 876, fol.150v) Hij prom. 15.2.1629 aan Frans Beerntssen 100 gld uit huis en land in de Buert waar hij woont. (RANB 203 1121, fol.196v) Het echtpaar prom. 25.12.1631 aan Floris en Marten Dirckszonen 150 gld uit huis, hofstad en bouwland groot 1½ morgen in de Buurt (RANB 203 nr 928, fol.160v). Het echtpaar prom. 8.3.1633 Frans Beerntssen Stroeck 100 gld uit bouwland in de Menten genaamd het Campken. Zij tekenden met een merk.(RANB 203 nr. 1021, fol.177v)
Cornelis Jans Udo is op 1.5.1651 principaal en prom. Johan Wilmssen van Vicelaer en Dirckssen Jansdr 150 gld (RANB 203 nr 1012, fol.175v).
Het echtpaar verkoopt 31.10.1653 aan Jacob Adriaensen van Driel en Willem de Kemp het andere gerechte vierde deel in de Dopmaat op Hornixvelt. Onderpand is hun huis en hofstad in de Buert (RANB 203 nr. 992, fol.172 en 172v).
Cornelis Jans Udo is doopgetuige bij: 1637 Hubert Oliviers; 1649 Gerrit Cornelis Udo (VIb p.7) tr. 1644 Maeycken Aarts Hac (dood in 1653); 1649 Jan Cornelis Udo (VIb p.20) tr. 1648 Sibilla Peters van Westrenen; 1650 Cornelis de Kemp; 1650 Olivier Cornelis Udo (VIe p.21) tr. 1649 Anna Hendricks; 1652 Frans Cornelis Udo (VIc p.20) tr. 1645 Janneken Aarts Hac.
Roelophs
WILHEM ROELOPHS, lidmaat, evenals zijn vrouw, vraagt 1654 geld aan de diaconie. De vader van Aritke van Os, zijn vrouw, leeft nog (1655) en zij onderhoudt hem. Hij huurt sinds 1679 een huis van de diaconie, voor de laatste maal in 1683 (Diaconierekeningen van Maurik).
Hieruit:
1. Roeloph Willemse 26.12.1637, get. Adriaen Jans.
2. Roeloph Willemse 22.4.1639, get. Jor. Henrick van Maurick.
3. Jan Willemse 3.1.1641, get. Jacob Dirkx en Sijtken Jans.
4. Aert Willems 11.12.1642, get. Cornelis Guerts en Elsken Mertens van Os
5. Wilhem Willemse 19.1.1645, get. Anna van Os.
6. Roeloph Willemse 18.10.1646, get. Benigna van Grootvelt, (hvr. Van Hubert van Wijck, rentmeester van de graaf van Culemborg). Zie verder hieronder.
7. Adriaenken Willems 30.12.1649, get. Julius Wilhems en Benigna van Grootvelt.
ROELOPH WILLEMS, strooidekker [1693], (Arch. Polderdistrict Neder-Betuwe), niet in omslag Polderlasten Maurik van 1684, overl. voor 1702. Zijn vrouw betaalt als weduwe in 1702 f 0-15-0 aan familiegeld (Dorpspolderarchief Neder-Betuwe, nr 365).
CORNELIS ROELOPHS, in 1639 getuige bij Henric Jans, 3 morgen onder Lienden [1639] (Repert. Leenreg. Culemborg 4782/376), overl. tussen 15.12.1639 en 16.10.1642, tr. Maria Aarts, getuige in 1642 bij Cornelis van Wijck, d. van Aernt Henricxs. Zij tr. ald. weduwe 8.1.1643 Dirck Reyersen, j.m. van Erichem.
Uit huwelijk Cornelis x Maria:
1. Wilhem, ged. Maurik 26.11.1637, get. Guert Everts en Herritken de Haes.
2. Aart, ged. Maurik 15.12.1639, get. Joost Aarts, Henric Aarts en Anneken Roelophs.
Is er voor de aanvang van het doopboek een kind geboren? Dan hebben we hier de verbinding met “Maurik-A”.
Aelberts/Deys
Broers:
1. JAN AELBERTS, leenman van Culemborg 1488, dood in 1506 (Arch. Heeren en
Graven van Culenborch 4782/296).
2. Doeys Aelberts, volgt II.
II DOEYS AELBERTS, leenman in 1506, dood in 1531.
Hieruit:
III JAN DEUS VAN MOURICK, leenman 1531/1548.
Hieruit:
IV DIERICK JANSZ DEYSZ, na opdracht door zijn vader leenman 1548,1556,1570-1573, dood in 1601, tr. Janna Jansdr.
Hieruit:
V DIERICK DIERICKS DEYS, jongste zoon, na opdracht door zijn vader leenman
1573,1601, dood in 1613.
Hieruit:
VI JOOST DIRXSEN, tr. Margriet Verhuet, vermeld 1633 (Prot. Van Bezw. 203, nr.253), leenman na overl. van zijn vader 1613 (-1626). In 1650,1651,1652 getuige bij dopen als Joost Dircks Deys.
Waarschijnlijke kinderen:
1. Bart Joosten Deys, overl. voor 1656, tr. Maurik 27.10.1650 Elisabeth Theunis/Thomas, j.d. van Ingen. Twee dochters in Maurik: 1651 en 1653.
2. Jan Joosten Deys, tr. Maurik maart 1656 Elisabeth Jacobs Vereem, d. van Zoelmond. Twee kinderen: 1657 en 1670.
3. Niesken Deys, getuige in 1657 bij nr 2.
4. Jeriphaes Deys. Kinderen: 1659,1661,1663,1666,1669.
Van Angeren/van Zetten/Verwey (uitvoeriger: zie Van Angeren)
Uitgangspunt: Meynen van Duvens hofstede en een waard daaraan grenzend (mogelijk dezelfde als 4 morgen bij de Perrickstraat te Maurik).Dat de hieronder vermelde personen DOYS als familienaam VAN ANGEREN dragen, is (met uitzondering van I) tot heden alleen af te leiden uit het regest 135 uit het GA Tiel, 1847.
In het archief van de Heren en Graven van Culemborg komen zij alleen onder DOYS voor.
IIa DIRCK DOYS VAN ANGEREN, leenman voor 1453 (AHGC 4782 fol. 63). De datum is nader te preciseren met behulp van AHGC 1788 fol. 90: op 2.3.1423 was hij belender van 4 hont op Die Slage. Dirk van Angeren komt voor op de lijst van personen die in 1442 tot het verbond van 1436 toetraden (W.van Loon: Groot Gelders Placaatboek, deel 2, geciteerd in J.M.van Winter: Ridderschap, Pl.app.191.
Hieruit:
1.Yoest Doys, belender van 1 1/2 morgen aan de dijk (Oude Weide) voor 1422, (4782 fol. 44), belender in Eck 1436.
2.Mery Doys, zuster van Yoest, belender in Eck 1436, leenman van Meynen van Duvens hofstede 6.1.1453-6.1.1462, overl. 1462/8, tr. Henric Doys van Mouderic.
IIb JOHAN DOYS, 2.6.1453: “hofstede van Johan Doys genaamd De Geren, drie oude schilden (AHGC fol. 69v,70,80).
Hieruit:
III OTTE DOYS JOHANSZ VAN ANGEREN, tr. Ulant. Leenman v.a. 5.8.1462. Zijn erfgename (mogelijk zijn dochter) is:
IV DERICK DOYS = DYRCKGEN DEYUS VAN ANGEREN, leefde 1480, tr. Goossen van Setten. Met haar zoon Herberen van Setten heeft zij een vicarie in de St.-Maartenskerk te Tiel gefundeerd, waarvan Oth Deys van Zetten, pastoor tot Cothen, eigenaar is geweest.
Hieruit:
V HERBEREN VAN SETTEN, leenman 17.8.1480, tr. Margriet.
In 1986 werd op het voormalige kerkhof bij de kerk te Maurik een grafkruis gevonden van hem en zijn vrouw. Een dochter of kleindochter zal zijn:
VI WILHELMA VAN ZETTEN, wapen: drie rijstakjes (GA Tiel, reg. 135, 1847), leenman 17.4.1570 na overlijden van heer Oth Deys, pastoor van Cothen. Zij was in 1567 getrouwd met Albert Wilhems.
Hieruit:
VII GOOSSEN ALBERTS, leenman 29.12.1570, dood in 1603.
Hieruit:
VIII AELBERT VAN SETTEN, leenman 26.4.1603, dood 29.4.1680, tr. Maria van Hattem.
Hieruit:
1. Wilhelmina van Setten ) samen leenman
2. Aelbertken van Setten, volgt IX ) 29.4.1608
IX AELBERTKEN VAN SETTEN, dood in 1630, tr. Albert Verwey, die hertr. Maurik 22.4.1638 (won. toen Amerongen) Hadewich Wtenweerde, j.d., geb. Maurik.
Hieruit:
Willemken Verwey Aelbertsdr., leenman 19.12.1636. In doop-/trouwboek van Maurik zijn geen gegevens over haar te vinden.
Van Deventer
I EVERT HENRICKS VAN DEVENTER, ORA Neder-Betuwe, invent.nr. 109 Gerichts-signaten Bank van Kesteren, v.a. 1635 (zo maar wat gebladerd):
fol. 193v: Arndt Vygh spreekt aan Evert Henricks van Deventer voor 25 goldgld;
fol. 194: Jan Toenis, molenaarsknecht, spreekt aan Evert Henricks van Deventer voor 30 gld;
fol. 194v: Evert Henricks van Deventer als erfgenaam van Adriaentgen Petersdr x Henrick Jacobs spreekt aan Roeloff Geridts.
fol. 203v: Evert Henricks van Deventer, verweerder, contra de ambtman;
fol. 204v: Jan Toenis contra Evert Henricks van Deventer, verweerder. De verweerder wordt veroordeeld.
Hij komt ook voor in de klappers op de signaten van bezwaar 1660-1740, p. 126 en 134.
Verponding 1650: Evert van Deventer, nr 86, Evert Henrickse nr 23, 87, Evert Henrickse van Deventer nr 170.
Getuige in 1643 bij Jan Dircks van Deventer, in 1644 en 1651 bij Henrick van Deventer, in 1651 bij Jan van Deventer.
Tr. 1e: Jacobken Henricks; tr. 2e (als wednr. Evert Henricksen) Maurik 15.8.1641 Sijtken Jans, wed. van Jan Roelophs.
Uit het 1e huwelijk:
II HENRICK EVERTSEN VAN DEVENTER, verponding 1650 nr 37, 55, als Henrick Evertse nr 86,94, tr. als j.m. van Maurik 1e: ald. 29.1.1643 Aelken Adriaensen, j.d. van Maurik; tr. 2e: ald. 24.5.1656 Geertien Claes, j.d. van Avesaet. Hij was op 9.2.1654 getuige bij een dochter van Henrick Adriaens.
Uit het 1e huwelijk (allen gedoopt te Maurik):
1. Jacobken 16.6.1644, getuigen Evert van Deventer, Maritken Verbrugge en Janneken Guerts.
2. Thuenken 25.10.1646 ("dochter van Henrick Everts"), getuige Maria Adriaens, (die tr. Maurik 21.8.1642 Hubert Verbrugge), overl. voor 1677, tr. Maurik 6.5.1666 Everhardt Jansen (zie “Aalst”).
3. Jan 10.2.1648, getuigen Adriaen Jan Mertens (die in 1649 ook getuige was bij Henrick Adriaens) en Sijtken Everts. Omslag Polder Maurik 1684 f 0.18.0, maar niet in Omslag Polder Maurik 1713. Komt voor in 1693 bij de slootgravers. Tr. 1e: Maurik 19.3.1676 Thuentjen Henricks, j.d. van Maurik; tr. 2e: ald. 15.11.1682 als weduwnr. Lysbet Jans van Ginkel, j.d. van Ingen.
4. Adriaenken 6.4.1651, getuigen Evert van Deventer en Maeijken Hendericks. Zij was getuige in 1701. Uit haar onecht: ongenoemd kind, ged. 27.9.1696.
Uit het 2e huwelijk:
5. Evert 8.6.1656, getuige Maritken Adriaens.
6. Aaltijn 31.10.1658, getuige Marij Adriaens.
7. Claes 22.1.1660, getuige Neeltjen Peters.
8. Jacobgen 12.1.1662, getuige Neelgen Claes.
9. Petrus 7.2.1664 en ) getuigen
10 Wijntgen 7.2.1664 ) Maritken Claes en Fijtgen Peters.
11 Adriaentgen ("d. van Henrick Everts") 4.3.1666, getuige Neeltgen Claes.
Hoort hierbij ook?: CORNELIS EVERTS, j.m. van Maurik, otr. Lienden 14.11.1647 Lijsbeth Jans, j.d. tot Aalst.
HAC
AART (GOOSSEN??) HAC
Hieruit:
a. Anthonis Zij zijn over en weer bij elkaar doopgetuige.
b. Elisabeth Dat geldt niet voor Elisabeth!
c. Aalken Waarom? Overleden?
d. Berent Of verhuisd naar Wijk bij Duurstede?
e. Maria
f. Geertken
g. Janneken
ANTHONIS AARTS HAC,, overl. 1655/1660 (...11.1.1661 noordwaarts de kinderen van Theunis Aertsen Hack - Register leenaktenboeken Gelre-Nijmegen). Hij was getuige: 1638 bij Wilhem de Cemp (overl. voor 1675), 1640,42,49 bij Berent Aarts Hac, 1646,51 bij Adriaen Wilhems (= de Leeuw), 1647 bij Gerrit Henricks (= van Maurijck), 1647,50,53 bij Frans Cornelis Udo, 1655 Dirck de Kemp. Hij prom. 21.2.1648 aan Catharijn Stevensdr 100 gld c.i. uit 1 morgen bouwland in de Menten (RANB 203,nr 535, fol.91). Tr. Petronella de Cemp Jansdr, die hertr. 6.11.1664 Herman Wttenweerde, wednr, scholtus van Maurik en Eck. Anthonis Aerts Hacx weduwe, Nelleken de Kemp, heeft schuldig bekend aan Jan van Wijck 188 gld, akte van afrekening van 25.4.1664 en belooft interesse. Verbindende daarvoor een weerdje met fruitbomen op Maurik, ten Z de bandijk. Geregistreerd 6.6.1664.(Prot.v.Bezw. invent.nr.203, fol.1168)
Hieruit (allen gedoopt Maurik):
1. Aart 4.6.1637, otr. 4.12.1664 Maeijken Cornelis, j.d. van Rijswijk. Hij pacht de Middelweert voor 255 gld.
2. Albertken 29.9.1639, getuigen Wilhem de Cemp en twee zusters van Anthonie Aerts.
3. Goossen 7.11.1641, getuigen Wilhem Henricks en Dirck de Cemp.
4. Herman 22.7.1649, getuigen Gerrit Cornelis Udo en Elisabeth de Cemp
5? Jan Thuenis Hack, otr. 11.2.1666 Judith Henricks Der Gand, beiden van Maurik.
AALKEN AARTS HAC, overl. voor 11.11.1649, tr. 1e: 19.11.1643 Jasper Aartsen Wtenweerde, j.m.; tr. 2e: als wed. van Jasper Aarts 26.4.1646 Gerrit Henricksen (ook genaamd Gerrit Henricksen van Maurijck), j.m. van Maurik, rijdende onder de compagnie van de heer van Doreweert. 15.5.1646: Zij lijftochten elkaar met al hun bezit onder Maurik gelegen. (Vrijw.Rechtspr.Neder-Betuwe nr.168, fol.126) Aalken was in 1646 en 1649 getuige bij Adriaen Wilhems (= de Leeuw).
BERENT AARTSEN HAC, prom. 21.2.1648 aan Catharijn Verbrugh Stevensdr 200 gld c.i. uit huis, hofstad en bouwland in Nederwijkermaat (RANB 2003 nr 536, fol.91), tr. Maurik 2.12.1638 Beatris Claes van der Eem, j.d.
Hij was in 1648 getuige bij Frans Cornelis (Udo) en in 1649 bij Adriaen Wilhems.
Hieruit (allen gedoopt Maurik):
1. Aart 22.3.1640, Omslag Polder Maurik 1684 f 0.11.8, zie het proces voor de bank van Kesteren contra Henrick Jacobs van Camphoff, 1688.
2. Nicolaus 11.4.1642.
3. Anneken 21.7.1644, getuige Adriaen Wilhems de Leeuw. Zij otr. Maurik 4.10.1674 Wilhem Cornelis, ged. ald. 9.10.1642 (=IIIb van “Buren/Zoelmond”)
4. Dirxken 25.10.1646, getuige Gerrit Cornelis Udo en Wilhemken de Cemp.
5. Goossen 21.1.1649.
MAEIJKEN/Maria AARTS (HAC), getuige in 1645 bij Adriaen Wilhems (= de Leeuw), 1647 bij Gerrit Henricks, 1648,50,52 bij Frans Cornelis (= Udo), 1651 bij Olivier Cornelis (= Udo), tr. 1e: 2.5.1641 Wilhem Henricksen, j.m. van Maurik, otr. 2e: 10.11.1644 Gerrit Cornelis Udo, j.m. van Maurik. Zij was een zuster van Janneken.
GEERTKEN AARTS HAC, j.d., otr. Maurik 11.2.1644 Adriaen Wilhemsen de Leeuw, j.m. Getuige in 1655 bij Frans Cornelis, idem in 1658 bij Frans Cornelis Udo, kennelijk dezelfde persoon.
JANNEKEN AARTS HAC, otr. Maurik 2.2.1645 Frans Cornelis Udo, j.m. van Maurik, tr. 25.11.1649 als weduwe van Aart Jordens Vinck (zo staat het inderdaad in het trouwboek), won. op Santdijk (Tiel) Merten Gerritsen, j.m. van Ommeren, won. Maurik. Zij wordt vermeld als zuster van Maria Hac. Zij was getuige in 1642 bij Wilhem Henricks, in 1646 en 1649 bij Gerrit Cornelis Udo, in 1649 en 1651 bij Adriaen Wilhems (de Leeuw), in 1649 bij Berent Aarts Hac, in 1654 bij Olivier Cornelis Udo.
ELISABET AARTS HAC, j.d. van Maurik, tr. 21.1.1637 Jan Jansen van Nimmegen, wednr. van Fransken Thuenis, won. tot Wijk.
UDO
Zie de genealogie van 30 pagina’s van Jan Hogendoorn en de fragment-genealogie (Rijswijk) van Wilfried Ahoud (1989). De romeinse cijfers verwijzen naar de opstelling van Jan Hogendoorn.
Vb CORNELIS JANS UDO, geb. ca. 1580, tr. Maryken Oliphiers. Was hij op 30.4.1624 belender op Santwijk? (RANB 203 nr 876, fol.150v) Hij prom. 15.2.1629 aan Frans Beerntssen 100 gld uit huis en land in de Buert waar hij woont. (RANB 203 1121, fol.196v) Het echtpaar prom. 25.12.1631 aan Floris en Marten Dirckszonen 150 gld uit huis, hofstad en bouwland groot 1½ morgen in de Buurt (RANB 203 nr 928, fol.160v). Het echtpaar prom. 8.3.1633 Frans Beerntssen Stroeck 100 gld uit bouwland in de Menten genaamd het Campken. Zij tekenden met een merk.(RANB 203 nr. 1021, fol.177v)
Cornelis Jans Udo is op 1.5.1651 principaal en prom. Johan Wilmssen van Vicelaer en Dirckssen Jansdr 150 gld (RANB 203 nr 1012, fol.175v).
Het echtpaar verkoopt 31.10.1653 aan Jacob Adriaensen van Driel en Willem de Kemp het andere gerechte vierde deel in de Dopmaat op Hornixvelt. Onderpand is hun huis en hofstad in de Buert (RANB 203 nr. 992, fol.172 en 172v).
Cornelis Jans Udo is doopgetuige bij: 1637 Hubert Oliviers; 1649 Gerrit Cornelis Udo (VIb p.7) tr. 1644 Maeycken Aarts Hac (dood in 1653); 1649 Jan Cornelis Udo (VIb p.20) tr. 1648 Sibilla Peters van Westrenen; 1650 Cornelis de Kemp; 1650 Olivier Cornelis Udo (VIe p.21) tr. 1649 Anna Hendricks; 1652 Frans Cornelis Udo (VIc p.20) tr. 1645 Janneken Aarts Hac.
Roelophs
WILHEM ROELOPHS, lidmaat, evenals zijn vrouw, vraagt 1654 geld aan de diaconie. De vader van Aritke van Os, zijn vrouw, leeft nog (1655) en zij onderhoudt hem. Hij huurt sinds 1679 een huis van de diaconie, voor de laatste maal in 1683 (Diaconierekeningen van Maurik).
Hieruit:
1. Roeloph Willemse 26.12.1637, get. Adriaen Jans.
2. Roeloph Willemse 22.4.1639, get. Jor. Henrick van Maurick.
3. Jan Willemse 3.1.1641, get. Jacob Dirkx en Sijtken Jans.
4. Aert Willems 11.12.1642, get. Cornelis Guerts en Elsken Mertens van Os
5. Wilhem Willemse 19.1.1645, get. Anna van Os.
6. Roeloph Willemse 18.10.1646, get. Benigna van Grootvelt, (hvr. Van Hubert van Wijck, rentmeester van de graaf van Culemborg). Zie verder hieronder.
7. Adriaenken Willems 30.12.1649, get. Julius Wilhems en Benigna van Grootvelt.
ROELOPH WILLEMS, strooidekker [1693], (Arch. Polderdistrict Neder-Betuwe), niet in omslag Polderlasten Maurik van 1684, overl. voor 1702. Zijn vrouw betaalt als weduwe in 1702 f 0-15-0 aan familiegeld (Dorpspolderarchief Neder-Betuwe, nr 365).
CORNELIS ROELOPHS, in 1639 getuige bij Henric Jans, 3 morgen onder Lienden [1639] (Repert. Leenreg. Culemborg 4782/376), overl. tussen 15.12.1639 en 16.10.1642, tr. Maria Aarts, getuige in 1642 bij Cornelis van Wijck, d. van Aernt Henricxs. Zij tr. ald. weduwe 8.1.1643 Dirck Reyersen, j.m. van Erichem.
Uit huwelijk Cornelis x Maria:
1. Wilhem, ged. Maurik 26.11.1637, get. Guert Everts en Herritken de Haes.
2. Aart, ged. Maurik 15.12.1639, get. Joost Aarts, Henric Aarts en Anneken Roelophs.
Is er voor de aanvang van het doopboek een kind geboren? Dan hebben we hier de verbinding met “Maurik-A”.