Kasteel Maurick te Vught
Even buiten het dorp Vught ligt aan het eind van een lange oprijlaan, langs de weg van 's-Hertogenbosch naar Eindhoven, kasteel Maurick, nu een partycentrum en restaurant. Het gebouw vindt zijn oorsprong in de middeleeuwen, maar sindsdien is er heel wat aan gebouwd en verbouwd, tot aan het eind van de 19e eeuw toe. Zoals het er nu staat, ziet het er uit als een 17e-eeuws gebouw, maar het oudste gedeelte stamt uit de 15e eeuw, voor het onderstaande het interessantst. Dat oudste gedeelte is de ingang: een poort gedekt met een spitsboog, tussen twee slanke torens. Daarvoor ligt een houten ophaalbrug. Op de afbeelding, die uit het begin van de 18e eeuw dateert, is dat rechts te zien.
Maurick is in het bezit geweest van acht families; het kortst hebben er Van Mauderics gewoond: acht jaar. Het is nogal merkwaardig, dat een geslacht dat nauwelijks zijn stempel op het kasteel heeft gedrukt, er wel de naam aan gegeven heeft; voordien was het waarschijnlijk naamloos. In ieder geval onjuist is de verklaring dat het kasteel in de 17e eeuw Maurick is genoemd naar prins Maurits, die er in 1601 zijn hoofdkwartier had. Prins Maurits werd soms Mouringh genoemd, maar nergens staat vermeld dat hij ook als Maurick voorkomt.
In 1421 vindt de overdracht plaats van het goed, een afsplitsing van een groter leen, aan een Van Mauderic: "Vrouwe Katheline van Mauderic hout een weert tot Vucht met eenen berge daer een huys op steet, met eene visscherien ende eene beempde daertoe behoorende". Zij wordt in het boek "Nederlandsche Kasteelen en hun historie" van E.W. Moes en K. Sluyterman genoemd als dochter van ridder Hendrik van Maurick en Catharina van Aelst. Dit echtpaar komt voor in de publicatie "Van Mauderic, 1270-1695", op pag. 24. (Catharina van Aelst was een dochter van Reynier van Aelst en Oda Lyscap. De familie Lyscap gaat terug tot 1312.) Katheline van Mauderic moet overleden zijn voor 1429; in dat jaar verkoopt haar zuster Oede van Mauderic het goed.
Aan het begin van de binnentuin van kasteel Maurick houdt een zittende leeuw met een wapenschild, waarop het familiewapen van Van Mauderic de herinnering aan dit geslacht levend.
In "Kijk op Kastelen" - Kastelen in Noord-Brabant, p. 50 van H.M.J. Tromp (uitgave Elsevier) wordt de bouw van Maurick later gedateerd. Hij schrijft dat Maurick waarschijnlijk in de jaren 1504-1509 is gebouwd door Jan Heyns, een bouwmeester van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch. Hij verklaart echter niet hoe het kasteel aan zijn naam gekomen is. De werkzaamheden van Jan Heyns zullen dan een verbouwing betreffen.
Maurick is nu een gebouw van twee verdiepingen boven een kelderverdieping. Het hoofdgebouw herinnert nog aan de vierkante toren, waaraan allerlei aanbouwsels met trapgevels vastzaten. Deze onregelmatige onderdelen van het gebouw zijn later tot gelijke hoogte opgetrokken en onder hetzelfde dak gebracht, uitgezonderd een zadeldak en een trapgevel. Achter het hoofdgebouw bevindt zich een uitspringende vleugel.
Toen Maarten van Rossum met zijn troepen in 1542 Brabant binnenviel, verwoestte hij Vught, maar liet Maurick, dat toen in het bezit van jonker Aert Heym was, onaangetast. Diens grafsteen werd aan het eind van de 19e eeuw teruggevonden en is nu tegen een gevel van een bijgebouw geplaatst.
Tromp vermeldt nog een anecdote. Frederik Hendrik verbleef in 1629 op Maurick tijdens het beleg van Den Bosch. Terwijl hij aan de maaltijd zat, sloeg een kanonskogel door de ramen, waardoor het tafelgerei werd vernield. In plaats van de heerlijke spijzen, die juist waren opgediend, schoten er voor de prins alleen nog maar pannekoeken over. Hij deed over het gebeurde zijn beklag bij de vijandelijke bevelhebber van de stad. Deze bood zijn excuses aan en gaf aan de bode een voortreffelijke maaltijd voor de prins mee!
Maurick is in het bezit geweest van acht families; het kortst hebben er Van Mauderics gewoond: acht jaar. Het is nogal merkwaardig, dat een geslacht dat nauwelijks zijn stempel op het kasteel heeft gedrukt, er wel de naam aan gegeven heeft; voordien was het waarschijnlijk naamloos. In ieder geval onjuist is de verklaring dat het kasteel in de 17e eeuw Maurick is genoemd naar prins Maurits, die er in 1601 zijn hoofdkwartier had. Prins Maurits werd soms Mouringh genoemd, maar nergens staat vermeld dat hij ook als Maurick voorkomt.
In 1421 vindt de overdracht plaats van het goed, een afsplitsing van een groter leen, aan een Van Mauderic: "Vrouwe Katheline van Mauderic hout een weert tot Vucht met eenen berge daer een huys op steet, met eene visscherien ende eene beempde daertoe behoorende". Zij wordt in het boek "Nederlandsche Kasteelen en hun historie" van E.W. Moes en K. Sluyterman genoemd als dochter van ridder Hendrik van Maurick en Catharina van Aelst. Dit echtpaar komt voor in de publicatie "Van Mauderic, 1270-1695", op pag. 24. (Catharina van Aelst was een dochter van Reynier van Aelst en Oda Lyscap. De familie Lyscap gaat terug tot 1312.) Katheline van Mauderic moet overleden zijn voor 1429; in dat jaar verkoopt haar zuster Oede van Mauderic het goed.
Aan het begin van de binnentuin van kasteel Maurick houdt een zittende leeuw met een wapenschild, waarop het familiewapen van Van Mauderic de herinnering aan dit geslacht levend.
In "Kijk op Kastelen" - Kastelen in Noord-Brabant, p. 50 van H.M.J. Tromp (uitgave Elsevier) wordt de bouw van Maurick later gedateerd. Hij schrijft dat Maurick waarschijnlijk in de jaren 1504-1509 is gebouwd door Jan Heyns, een bouwmeester van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch. Hij verklaart echter niet hoe het kasteel aan zijn naam gekomen is. De werkzaamheden van Jan Heyns zullen dan een verbouwing betreffen.
Maurick is nu een gebouw van twee verdiepingen boven een kelderverdieping. Het hoofdgebouw herinnert nog aan de vierkante toren, waaraan allerlei aanbouwsels met trapgevels vastzaten. Deze onregelmatige onderdelen van het gebouw zijn later tot gelijke hoogte opgetrokken en onder hetzelfde dak gebracht, uitgezonderd een zadeldak en een trapgevel. Achter het hoofdgebouw bevindt zich een uitspringende vleugel.
Toen Maarten van Rossum met zijn troepen in 1542 Brabant binnenviel, verwoestte hij Vught, maar liet Maurick, dat toen in het bezit van jonker Aert Heym was, onaangetast. Diens grafsteen werd aan het eind van de 19e eeuw teruggevonden en is nu tegen een gevel van een bijgebouw geplaatst.
Tromp vermeldt nog een anecdote. Frederik Hendrik verbleef in 1629 op Maurick tijdens het beleg van Den Bosch. Terwijl hij aan de maaltijd zat, sloeg een kanonskogel door de ramen, waardoor het tafelgerei werd vernield. In plaats van de heerlijke spijzen, die juist waren opgediend, schoten er voor de prins alleen nog maar pannekoeken over. Hij deed over het gebeurde zijn beklag bij de vijandelijke bevelhebber van de stad. Deze bood zijn excuses aan en gaf aan de bode een voortreffelijke maaltijd voor de prins mee!